4.
Schuine sneden zagen (Fig. 43)
Draai de hendel los en zet het zaagblad schuin om de
schuine hoek in te stellen. (Zie "Instellen van de schuine
hoek" hierboven.) Draai de hendel weer goed vast om de
gekozen schuine hoek vast te houden. Zet het werkstuk
vast met een spanschroef. Zorg dat de slede volledig
naar de gebruiker toe is getrokken. Schakel het gereed-
schap in zonder dat het zaagblad met het werkstuk in
contact is, en wacht totdat het zaagblad op volle toeren
draait. Breng het handvat langzaam omlaag tot in de
laagste positie door druk uit te oefenen evenwijdig met
het zaagblad, en DUW DE SLEDE NAAR DE GELEIDER
OM HET WERKSTUK TE ZAGEN. Nadat het zagen is
voltooid, schakelt u het gereedschap uit. WACHT TOT-
DAT HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT STILSTAND IS
GEKOMEN alvorens het zaagblad in zijn hoogste positie
terug te zetten.
LET OP:
• Controleer tijdens het zagen van schuine sneden altijd
of het zaagblad in schuine richting naar beneden
beweegt. Houd uw handen uit de buurt van het zaag-
blad.
• Tijdens het zagen van schuine sneden kan het gebeu-
ren dat het afgezaagde stuk tegen de zijkant van het
zaagblad komt te liggen. Indien het zaagblad omhoog
wordt gebracht terwijl het nog draait, kan dit stuk door
het draaiende zaagblad worden gegrepen zodat brok-
stukken in het rond worden geslingerd, hetgeen natuur-
lijk gevaarlijk is. Breng daarom het zaagblad omhoog
ALLEEN nadat het volledig tot stilstand is gekomen.
• Wanneer u het handvat omlaag drukt, dient u druk uit
te oefenen evenwijdig met het zaagblad. Indien u verti-
cale druk op het draaibaar voetstuk uitoefent of de
drukrichting tijdens het zagen verandert, zal de
zaagsnede minder nauwkeurig zijn.
• Voor linkse schuine sneden dient de hulpgeleider altijd
naar de linker positie te worden geschoven.
5.
Gecombineerd zagen
Gecombineerd zagen betekent dat het werkstuk tegelijk
met een schuine hoek en een verstekhoek wordt
gezaagd. Gecombineerd zagen is mogelijk voor de hoe-
ken aangegeven in de onderstaande tabel.
Verstekhoek
Links 0° – 47°,
rechts 0° – 45°
Rechts 52°
Bij een verstekhoek van 45° links en een schuine hoek
van 45° links, kunnen werkstukken die maximaal 50 mm
hoog en 200 mm breed zijn worden gezaagd.
Bij een verstekhoek van 45° rechts en een schuine hoek
van 45° links, kunnen werkstukken die maximaal 50 mm
hoog en 215 mm breed zijn worden gezaagd.
Bij een verstekhoek van 45° links en rechts en een
schuine hoek van 45° rechts, kunnen werkstukken die
maximaal 31 mm hoog en 215 mm breed zijn worden
gezaagd.
Voor de bedieningen voor gecombineerd zagen, zie de
uitleg onder "Drukkend zagen", "Glijdend zagen", "Ver-
stekzagen" en "Schuine sneden zagen."
Schuine hoek
Links en rechts 0° – 45°
Links 0° – 40° en
rechts 0° – 45°
6.
Zagen van aluminium werkstukken
Gebruik vulblokken of afgedankte blokstukken voor het
vastzetten van aluminium werkstukken, zoals afgebeeld
in Fig. 44, om vervorming van de aluminium te voorko-
men. Gebruik voor het zagen ook zaagolie, om te voor-
komen dat aluminium zaagsel zich op het zaagblad
vastzet.
LET OP:
• Probeer nooit om dikke of ronde aluminium werkstuk-
ken te zagen. Dikke aluminium werkstukken kunnen tij-
dens het zagen los komen, terwijl ronde aluminium
werkstukken op dit gereedschap niet goed kunnen wor-
den vastgezet. (Fig. 45)
7.
Zagen van groeven (Fig. 46)
Sokkel-type zaagsneden kunnen als volgt worden
gemaakt: Stel de laagste positie van het zaagblad in met
behulp van de stelschroef en de aanslagarm, om de snij-
diepte van het zaagblad te beperken. Zie de paragraaf
"Aanslagarm" hierboven.
Nadat de laagste positie van het zaagblad is ingesteld,
kunt u evenwijdige groeven over de breedte van het
werkstuk zagen door glijdend (duwend) te zagen zoals
afgebeeld. Verwijder daarna het zaagmateriaal tussen de
groeven met behulp van een beitel. Probeer niet om dit
soort zaagsnede uit te voeren door gebruikmaking van
een breed (dik) zaagblad of een sokkelzaagblad (dado-
zaagblad). Deze kunnen controleverlies en eventuele
verwonding veroorzaken.
LET OP:
• Breng de aanslagarm terug naar zijn oorspronkelijke
positie voor andere zaagbedieningen dan het zagen
van groeven.
Dragen van het gereedschap
Zorg dat de stekker van het gereedschap uit het stopcon-
tact is getrokken. Zet het zaagblad vast op de 0°schuine
hoek en het draaibaar voetstuk op de maximale rechtse
verstekhoek. Trek de slede zo ver mogelijk naar u toe en
zet de glijstangen vast. Breng het handvat volledig
omlaag en vergrendel het in de laagste positie door de
aanslagpen naar binnen te drukken. (Fig. 47)
Draag het gereedschap door beide zijden van de gereed-
schapsvoet vast te houden zoals afgebeeld. Het gereed-
schap is gemakkelijker om dragen wanneer u de
houders, stofzak, enz., ervan verwijdert. (Fig. 48)
LET OP:
• Zet alle bewegende onderdelen vast alvorens het
gereedschap te dragen.
• De aanslagpen dient alleen voor het dragen en opber-
gen van het gereedschap, en niet voor zaagbedienin-
gen.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te
beginnen met inspectie of onderhoud.
WAARSCHUWING:
• Zorg altijd dat het zaagblad scherp en schoon is om
optimale en veilige prestaties te krijgen.
61