Droging (bepaalde modellen)
In de droogmodus werkt de ontvochtiger met
maximale ontvochtiging. De ventilator draait
op het hoogste toerental.
BELANGRIJK!
•
Bedek nooit de luchtuitlaat van de
luchtontvochtiger. Gevaar voor
oververhitting, wat kan leiden tot brand
en/of materiële schade.
•
Hang geen natte kleding op of boven de
luchtontvochtiger of zodanig dat er
water op de luchtontvochtiger kan
druppelen. Gevaar voor elektrische
ongevallen en/of materiële schade.
GEBRUIK
Plaatsing
De ontvochtiger heeft slechts een gering
ontvochtigend effect op aangrenzende
afzonderlijke ruimten waar een goede
luchtcirculatie ontbreekt.
•
Gebruik de ontvochtiger niet buitenshuis.
•
De ontvochtiger is uitsluitend bedoeld
voor huishoudelijk gebruik. Het is niet
bedoeld voor industrieel of commercieel
gebruik.
•
Plaats de ontvochtiger op een vlakke,
stabiele ondergrond die het gewicht van
de ontvochtiger met vol waterreservoir
kan dragen.
•
Laat ten minste 20 cm vrije ruimte aan
alle zijden om voor voldoende
luchtcirculatie te zorgen.
•
Laagste bedrijfstemperatuur is 5 °C. Bij
een lagere temperatuur kan er zich ijs
vormen op de verdamperspiralen,
waardoor de prestaties van de
ontvochtiger achteruitgaan.
•
Plaats de ontvochtiger op enige afstand
van warmtebronnen.
•
Gebruik de ontvochtiger om de juiste
luchtvochtigheid te verzekeren voor
bijvoorbeeld boeken en waardevolle
voorwerpen, alsook om vochtschade te
voorkomen.
•
Gebruik de ontvochtiger alleen in
afgesloten ruimten.
•
Sluit ramen, deuren en andere
openingen.
AFB. 4
Wielen
Rol de ontvochtiger niet over tapijten.
Verplaats de ontvochtiger niet terwijl er water
in het waterreservoir zit. De ontvochtiger zou
kunnen omvallen, waarna het water eruit zou
stromen.
•
Bij het eerste gebruik moet de
ontvochtiger continu draaien gedurende
24 uur.
•
Bedrijfstemperatuur 5-32 °C,
luchtvochtigheid 30-80 % (RV).
•
Wanneer de ontvochtiger wordt
uitgeschakeld, kan hij niet opnieuw
worden gestart voordat er 3 minuten zijn
verstreken.
•
Sluit de ontvochtiger aan op een eigen
stroomcircuit.
•
Plaats de ontvochtiger op een geschikte
plaats en zorg ervoor dat het stopcontact
makkelijk bereikbaar is.
•
De ontvochtiger mag alleen worden
aangesloten op een correct geaard
stopcontact.
•
Controleer dat het waterreservoir correct
is geplaatst, zoniet zal de ontvochtiger
niet werken.
LET OP!
•
Niet alle modellen zijn voorzien van
wielen.
•
Verplaats de ontvochtiger voorzichtig
wanneer er water in het reservoir zit.
NL
179