NEDERLANDS
G. Aansluiting van watertoevoer- en
waterafvoerleidingen
Zie afb. 8.
WAARSCHUWING
1. De aansluitingen van watertoevoer- en afvoerleidingen
moeten volgens de nationaal, regionaal en lokaal
geldende wet- en regelgeving worden geïnstalleerd.
2. Er mag uitsluitend drinkwater voor deze ijsmachine
worden gebruikt.
3. De normale watertemperatuur bij gebruik moet tussen
7 °C en 32 °C liggen. Langdurig gebruik van de
ijsmachine buiten dit normale temperatuurbereik kan de
prestaties van de ijsmachine nadelig beïnvloeden.
4. De watertoevoerdruk moet ten minste 0,07 MPa
(0,7 bar) bedragen en mag niet hoger zijn dan
0,78 MPa (7,8 bar). Als de waterdruk hoger is dan
0,78 MPa (7,8 bar), moet gebruik worden gemaakt van
een reduceerventiel. De watertoevoerkraan mag voor
dit doel NIET gedeeltelijk worden dichtgedraaid.
5. Bedien om schade aan het apparaat te voorkomen de
ijsmachine niet wanneer de watertoevoer is afgesloten
of de waterdruk onder 0,07 MPa (0,7 bar) ligt. Zet de
ijsmachine niet in werking voordat de juiste waterdruk
is bereikt.
6. Deze ijsmachine werkt niet bij temperaturen onder het
vriespunt. Voorkom schade aan de watertoevoerleiding
door de ijsmachine af te tappen als de luchttemperatuur
tot beneden de 0 °C daalt. Raadpleeg voor nadere
details "III. C. De ijsmachine gereedmaken voor
langdurige opslag."
• In sommige gebieden kan een loodgietersvergunning of het
inschakelen van een erkende loodgieter verplicht zijn.
Watertoe-
voeringang
ijsmachine
1/2" FPT
Bunker
Waterafvoer
ijsmachine
3/4" FPT
Condensafvoer,
vaste pijp met een
buitendiameter
van 3/8" (9,5 mm)
Afb. 8
IJsmachine
Ventilatiebuis
Afvoeruitlaat bunker
Zie instructies van fabrikant
KM-590DJE-R452
55
• Afhankelijk van de waterkwaliteit kan een extern filter, een
zeef of ontharder nodig zijn. Neem voor meer informatie
contact op met uw Hoshizaki-distributeur.
• De afvoerleiding(en) van de ijsmachine en condensor,
bunker en watergekoelde condensor (indien van
toepassing) moeten onafhankelijk van elkaar fungeren.
Als u eenheden stapelt, moet elke eenheid onafhankelijke
afvoerleidingen hebben.
• Voor een goede doorstroming moeten de horizontale delen
van de afvoerleidingen een afloop hebben van 2 cm per
1 m. Daarnaast is een ontluchte T-verbinding vereist.
• Afvoerleidingen mogen niet rechtstreeks op de riolering
worden aangesloten. Houd een verticale luchtopening van
minimaal 5 cm aan tussen het uiteinde van de afvoer leidingen
van ijsmachine en condensor, bunker en water gekoelde
condensor (indien van toepassing) en de vloerafvoer.
1. IJsmachine
• De fitting van de watertoevoer van de ijsmachine is
1/2" FPT (vrouwelijke binnendraad). Voor de watertoevoer
naar de ijsmachine wordt een koperen buis met een
doorsnede van minimaal 3/8" (10 mm) aanbevolen.
• Er moeten een afsluitklep en een afvoerklep in de
waterleiding worden geïnstalleerd. Voor de afsluitklep is
een kogelklep aan te raden. Als er een ander type klep
wordt gebruikt, mag de opening daarvan niet kleiner
zijn dan de binnendiameter van de watertoevoerleiding,
aangezien dit een verminderde watertoevoer kan
veroorzaken, waardoor de ijsproductie kan verslechteren
en/of de leiding kan dichtvriezen.
• De waterafvoer van ijsmachine is 3/4" FPT. Voor de
afvoerleiding wordt een vaste leiding met een doorsnede
van minimaal 3/4" (18 mm) aanbevolen. De afvoerleiding
van de condensor is een vaste pijp met een buitendiameter
van 3/8" (9,5 mm). De afvoerleiding van de condensor kan
worden aangesloten op de afvoerleiding van de ijsmachine
of op zichzelf functioneren.
Koperen waterleiding met doorsnede van minimaal
3/8" (10 mm)
Afsluitklep van watertoevoer-
leiding ijsmachine
Afvoerklep van watertoevoer-
leiding ijsmachine
Vaste leiding
Afzonderlijke leidingen naar
met doorsnede
goedgekeurde afvoer. Houd een
van minimaal
verticale luchtopening van 5 cm
3/4" (18 mm)
aan tussen het uiteinde van elke
leiding en de afvoer.
Ventilatiebuis
Luchtopening
van 5 cm
Vloer Afvoer