Nederlands
Spuitmiddelreservoir vullen
Het apparaat op een vlakke
N
ondergrond neerzetten
De afsluitkraan dichtdraaien
N
Het goed gemengde spuitmiddel
N
vullen – maximale inhoud 13 liter
(pijl) niet overschrijden
1
Pakkingring (1) in het deksel moet
N
altijd ingevet zijn
Dop aanbrengen en goed
N
vastdraaien
88
Spuit-, vernevelstand
Afsluitkraan in de spuit-,
N
vernevelstand altijd geheel
opendraaien – niet doseren via de
afsluitkraan
Door verschillende roosters kan de
sproeistraal qua vorm worden gewijzigd.
Kegelrooster
Zorgt ervoor dat het sproeimiddel fijn
wordt verneveld – in een korte, brede en
dichte sproeiwolk.
Spreidrooster
Buigt de spuitstraal af – bespuiten van
lage gewassen vanaf de onderzijde.
Duplex spreidrooster
Buigt de straal naar twee zijden af – bij
dicht op elkaar staande gewassen
kunnen daardoor in één keer de aan
beide zijden van het pad staande
gewassen worden behandeld.
SR 420