Nederlands
3
Apparaat completeren
3.1
Inlaatspruitstuk monteren
Een combisleutel en een carburateurschroeven‐
draaier bevinden zich aan de onderzijde van het
apparaat
LET OP
De gaskabel is al aangesloten en mag bij de
montage niet worden geknikt.
► Kniestuk (1) tot aan de aanslag in de aansluit‐
mond (2) schuiven – de aanslagen op het
kniestuk en de aansluitmond moeten met elk‐
aar in lijn liggen
► Plaats de moeren (3) in de zeshoekige opna‐
men op de nippel
► De bouten op de tegenoverliggende zijde aan‐
brengen en handvast draaien, het kniestuk
moet draaibaar blijven
*
Afhankelijk van de uitrusting
48
3
2
1
3.2
Blaasmechanisme met rechte
blaasmond
5
4
7
11
LET OP
Het apparaat alleen met een gemonteerde
blaaspijp en blaasmond gebruiken.
► Gaskabel (4) met de houder (5) fixeren
► Blaaspijp (6) in de harmonicaslang (7) schui‐
ven
► Blaasmond (8) in stand (a) (lang) of stand (b)
(kort) tot aan de pal (9) op de blaaspijp schui‐
ven en met een in de richting van de pijl draai‐
ende beweging vergrendelen
► Harmonicaslang (7) tot aan de aanslag
linksom draaien – in deze stand laten
► Bedieningshandgreep (10) naar links draaien
tot deze horizontaal staat en de spanbout (11)
vastdraaien
3.3
Blaasmechanisme met gebo‐
gen blaasmond
10
7
11
6
LET OP
Het apparaat alleen met een gemonteerde
blaaspijp en blaasmond gebruiken.
► Blaaspijp (6) in de harmonicaslang (7) schui‐
ven
3 Apparaat completeren
monteren
*
10
9 a
6
b
8
monteren
*
9
a
b
12
13
0458-373-9421-C