6. Bediening
6.1 Inbedrijfstelling
Sluit de aansluitkabel (fi g. 9, pos. B) van de bo-
demfrees aan op de stekker (fi g. 9, pos. A) en
beveilig de aansluitkabel d.m.v. de trekontlas-
tingsklem (fi g. 9, pos. 5).
Gevaar! Om het ongewild aanzetten van het
gereedschap te voorkomen, is de schuifbeugel
voorzien van een tweepuntsschakelaar (fi g. 10,
pos. A) die moet worden ingedrukt voordat de
schakelhendel (fi g. 10, pos. B) kan worden inge-
drukt. Als u de schakelhendel loslaat, wordt het
gereedschap meteen uitgeschakeld. Voer deze
procedure meermaals uit om er zeker van te zijn
dat uw gereedschap naar behoren werkt. Voordat
u een herstelling of onderhoudswerkzaamheid
op het gereedschap verricht dient u er zich van te
vergewissen dat de freesmessen niet draaien en
het gereedschap gescheiden is van het net.
Vóór het begin van het werk moet het apparaat in
de werkpositie worden gebracht. Als eerste trekt
u de arrêteerpen (fi g. 11, pos. A) zoals getoond
in fi g. 11 in de richting van de pijl en klapt u de
wieleenheid naar boven, tot de arrêteerpen weer
inklikt in positie B. Om in de transportpositie te ko-
men gaat u in omgekeerde volgorde te werk.
De door de geleidestelen vastgelegde veiligheid-
safstand tussen het gereedschap en de gebruiker
dient steeds in acht te worden genomen. Bij het
veranderen van de bewerkingsrichting op bermen
en hellingen dient u bijzonder voorzichtig te werk
te gaan. Let op een veilige stand, draag schoenen
met slipvaste zolen met stroef profi el en een lan-
ge broek. Werk steeds dwars over de helling.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit be-
wegen en trekken van het gereedschap, struikel-
gevaar!
6.2 Instructies voor het correct werken
Plaats het gereedschap aan het begin van het
te bewerken stuk grond en hou het aan de schu-
ifbeugel goed vast voordat u het gereedschap
inschakelt.
Leid de freesmessen over het te bewerken vlak.
Om een keurig bewerkte grond te bereiken leidt u
het gereedschap in zo recht mogelijke banen. De
banen moeten elkaar steeds met enkele centime-
ters overlappen zodat er geen stroken blijven sta-
an. Zet de motor op tijd stop als u aan het einde
van het te bewerken vlak bent aangekomen. Voor-
Anl_GC-RT_1545_SPK9.indb 53
Anl_GC-RT_1545_SPK9.indb 53
NL
dat u het gereedschap opheft (b.v. om van richting
te veranderen) dient u de motor stop te zetten.
De onderkant van het gereedschap schoon
houden en aangekoekte aarde beslist verwijde-
ren. Aankoekingen bemoeilijken het starten en
verminderen de werkdiepte.
Op hellingen moet de werkrichting dwars t.o.v.
de helling verlopen. Voordat u eender welke con-
troles van de freesmessen verricht dient u zeker
de motor stop te zetten en de netstekker uit het
stopcontact te verwijderen.
Waarschuwing!
De freesmessen blijven na het stopzetten van
de motor nog enkele seconden draaien. Pro-
beer deze nooit te stoppen. Indien de draai-
ende freesmessen een voorwerp raken, het
gereedschap uitschakelen en wachten tot de
freesmessen helemaal stilstaan. Controleer daar-
na de toestand van de freesmessen. Indien die
beschadigd zijn moeten ze worden vervangen.
Leg de gebruikte aansluitkabel van het ge-
reedschap in bochten voor het gebruikte stop-
contact op de grond klaar. Werk al weggaand van
het stopcontact of de kabel en let er op dat de
aansluitkabel van het gereedschap steeds op de
reeds bewerkte grond ligt om te voorkomen dat u
met de freesmessen over de kabel rijdt.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
- 53 -
07.04.2022 09:55:36
07.04.2022 09:55:36