- Beschadigde schakelaars moeten direct bij een
erkende klantenservicewerkplaats worden ver-
vangen.
- Gebruik geen elektrisch gereedschap waarbij de
schakelaar niet kan worden in- of uitgeschakeld.
• LET OP!
- Bij gebruik van andere inzetstukken en accessoi-
res bestaat gevaar voor persoonlijk letsel.
• Laat de machine repareren door een erkend
elektricien
- Dit elektrisch apparaat voldoet aan de van toe-
passing zijnde geldende voorschriften. Repa-
raties mogen uitsluitend door een elektricien
worden uitgevoerd. Daarbij moeten de originele
reserveonderdelen worden gebruikt, anders kun-
nen ongevallen voor de gebruiker ontstaan
Waarschuwing! Dit elektrisch apparaat genereert
een elektromagnetisch veld als het is ingeschakeld.
Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden interfe-
reren met actieve of passieve medische implantaten.
Om het risico op ernstig of dodelijk letsel te beperken,
raden we personen met medische implantaten aan om
hun arts en de fabrikant van het medische implantaat
te raadplegen voordat de machine wordt gebruikt.
Service:
• Laat uw elektrisch gereedschap uitsluitend
door gekwalificeerd deskundig personeel repa-
reren met uitsluitend originele reserveonderde-
len. Hiermee blijft veilig gebruik van het elektrisch
gereedschap gewaarborgd.
Veiligheidsinstructies voor tafelboormachines
• Waarschuwingsetiketten op het elektrisch ap-
paraten mogen nooit worden afgedekt.
• Bevestig het elektrisch gereedschap op een
vaste, vlakke en horizontaal oppervlak. Als het
elektrisch gereedschap wegslipt of wiebelen, kan
het inzetstuk niet gelijkmatig en veilig worden ge-
leid.
• Houd het werkoppervlak schoon tot het te be-
werken werkstuk. Scherpe boorspaanders en
voorwerpen kunnen tot letsel leiden.
Het mengen van materiaal is zeer gevaarlijk. Licht
metaalstof kan branden of exploderen.
• Stel voor aanvang het juiste toerental in. Het
toerental moet zijn aangepast aan de snelheid
van de boordiameter en het te boren materiaal.
Bij een onjuiste instelling van het toerental kan het
inzetstuk vast komen te zitten in het werkstuk.
• Breng het inzetstuk alleen in ingeschakelde toe-
stand tegen het werkstuk. Er bestaat anders het
gevaar dat het inzetstuk in het werkstuk vasthaakt
en het werkstuk wordt meegetrokken. Dit kan tot
verwondingen leiden.
• Kom met uw handen nooit in het boorbereik
terwijl het elektrisch gereedschap draait. Als er
contact ontstaat met het inzetstuk bestaat het ge-
vaar voor letsel.
• Verwijder nooit boorspaanders uit het boorbe-
reik als het elektrisch gereedschap in bedrijf is.
Voer de aandrijfeenheid altijd eerst uit in rustpositie
en schakel het elektrisch gereedschap uit.
• Verwijder eventuele boorspaanders niet met
blote handen. Vooral hete en scherpe metalen
spaanders kunnen verwondingen veroorzaken.
• Breek lange boorspaanders door het boorpro-
ces te onderbreken door het kortstondig te-
rugdraaien van de draaischijf. Door lange boor-
spaanders bestaat gevaar voor letsel.
• Houd grepen droog, schoon en vrij van olie en
vet. Vette, olieachtige grepen zijn glad en zorgen
voor verlies van controle.
• Gebruik spanvoorzieningen om het werkstuk
vast te houden. Bewerk geen werkstukken die
te klein zijn om te kunnen worden vastgeklemd.
Als u het werkstuk met de hand vasthoudt, kunt u
het niet voldoende vasthouden tegen verdraaien
waardoor u zich kunt verwonden.
• Schakel het elektrische apparaat direct uit als
het inzetstuk wordt geblokkeerd. Het inzetstuk
blokkeert als:
- het elektrische werktuig overbelast wordt of
- het kantelt in het werkstuk dat u wilt bewerken.
• Grijp het inzetstuk na de werkzaamheden niet
eerder vast voordat deze is afgekoeld. Het inzet-
stuk wordt tijdens de werkzaamheden zeer heet.
• Controleer regelmatig de kabel en laat een be-
schadigde kabel alleen door een erkend ser-
vicecentrum repareren. Vervang beschadigde
verlengsnoeren. Hiermee blijft veilig gebruik van
het elektrisch gereedschap gewaarborgd.
• Berg het ongebruikte elektrische gereedschap
goed op. De opslagplaats moet droog en afsluit-
baar zijn. Dit voorkomt dat het elektrisch gereed-
schap tijdens de opslag beschadigd raakt of door
onervaren personen wordt bediend.
• Laat het gereedschap nooit achter voordat deze
volledig tot stilstand is gekomen. Nadraaiende
inzetstukken kunnen verwondingen veroorzaken.
www.scheppach.com
NL | 71