Algemeen overzicht
van de machine
1. Loshendel
2. Bestuurdersstoel
3. Maaihoogtehendel
4. Stuurwiel
5. Rempedaal
Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
voordat u de machine start en gebruikt.
Bedieningspaneel
1. Gegevensdisplay
2. USB-poort
3. Rijmodusschakelaar
4. Knop achteruit maaien
Contactschakelaar
De contactschakelaar heeft 2 standen: A
Gebruik de contactschakelaar om de machine in en
uit te schakelen.
Figuur 6
6. Tractiepedaal
7. Oplaadcontact
8. Antiscalpeerrol
9. Bedieningspaneel
10. Grasvanger
Figuur 7
5. Cruisecontrolknop
6. Maaimesschakelaar
7. Contactschakelaar
en U
AN
Maaimesschakelaar (aftakas, PTO)
Met de maaimesschakelaar, aangeduid met het
aftakassymbool (PTO), schakelt u de aandrijving naar
de maaimessen in of uit.
Rempedaal
Druk op het rempedaal om de machine te stoppen of
snelheid te verminderen.
Parkeerrem
De parkeerrem inschakelen doet u door het rempedaal
helemaal in te drukken, de sluithendel op te tillen en
uw voet van het pedaal te halen.
g368368
Druk het rempedaal helemaal in om de parkeerrem en
het pedaal vrij te stellen.
g368367
Als een machine met een ingeschakelde parkeerrem
beweegt, dan moet de parkeerrem afgesteld worden.
Vraag uw erkende Toro-dealer om meer informatie.
Tractiepedaal
Met het tractiepedaal kunt u de rijsnelheid van de
machine regelen. Hoe verder u het pedaal intrapt,
des te sneller zal de machine rijden.
.
Rijmodusschakelaar
IT
De rijmodusschakelaar heeft 3 standen: V
N
en A
EUTRAAL
in de stand V
OORUIT
inschakelt.
16
Figuur 8
. De rijmodusschakelaar moet
CHTERUIT
staan voordat u de maaimessen
g368925
,
OORUIT