UW OVEN
Algemeen gebruik bedieningspaneel
Een functie en instellingen instellen
1. Raak de aan/uit-toets aan en houd deze ingedrukt om de oven in te schakelen.
2. Draai aan de functieknop om een hoofdfunctie in te stellen.
De hoofdfuncties zijn zichtbaar rondom de functieknop en in het display.
Het functiepictogram wordt groter weergegeven. Het 'actieve gebied' (herkenbaar aan een
grijze achtergrond) beweegt naar rechts.
3. Draai aan de keuzeknop om een subfunctie in te stellen.
Het 'actieve gebied' toont de verschillende subfuncties. Scroll omhoog of omlaag om de
verschillende functies te bekijken. Indien een gekozen hoofdfunctie geen subfunctie heeft,
dan verschijnt in het actieve gebied de volgende beschikbare instelling.
4. Raak de keuzeknop (of de navigatietoets >) aan om de gekozen subfunctie of instelling
te bevestigen.
Het 'actieve gebied' (grijze achtergrond) beweegt naar rechts.
5. Draai aan de keuzeknop om de volgende beschikbare instelling te wijzigen
(naar links = verlagen, naar rechts = verhogen) en bevestig uw keuze door de keuzeknop
aan te raken of de navigatietoets > aan te raken.
•
Als alle elementen op het scherm zijn ingesteld, bevestigt u deze instellingen door de
bevestigingstoets aan te raken.
•
Wanneer de bevestigingstoets knippert, kunt u de oven starten met de standaardinstellingen.
•
Raak de navigatietoets < aan om het actieve gebied naar links te verplaatsen om een reeds
gemaakte instelling te wijzigen. Wijzig de instelling door aan de keuzeknop te draaien en
deze aan te raken.
•
Raak de stoptoets aan om één stap terug in het menu te gaan.
Volg de instructies op het display.
NL 8
Geactiveerd gebied (grijze achtergrond)