Aanbrengen van de handgreep (Fig. 13, 14 en 15)
WAARSCHUWING:
• Bij het aanbrengen van de handgrepen leidt u de
snoeren zo dat ze niet verward of bekneld kunnen
raken door voorwerpen tussen de handgrepen.
1.
Draai de klemschroeven los (twee stuks).
Schuif de onderste handgreep aan beide kanten
zijwaarts uit en klap de handgreep in die stand geheel
terug en pas deze in de gleuf in het maaierhuis.
2.
Draai de klemschroeven aan beide zijden vast om
de onderste handgreep vast te zetten.
3.
Til de bovenste handgreep op, zodanig dat de
schroefgaten
in
samenvallen met die in de onderste handgreep. Zet
de beide delen vast met de bijgeleverde schroeven,
gebogen ringen en klemmoeren.
OPMERKING:
• Houd hierbij de bovenste handgreep stevig vast, zodat
de handgreep niet uit uw hand wegglijdt.
OPMERKING:
• Monteer de bovenste handgreep zo dat de richting
daarvan en het verloop van het stroomsnoer overeen
komen met die getoond in de afbeelding. (Fig. 16)
Verwijderen en aanbrengen van het snijblad
(Fig. 17 en 18)
WAARSCHUWING:
• Verwijder altijd eerst de contactsleutel en de accu
voordat u het snijblad gaat verwijderen of installeren.
Als u vergeet de contactsleutel en de accu te
verwijderen, kan dat leiden tot ernstig letsel.
• Na het loslaten van de schakelhendel kan het snijblad
nog enkele seconden doordraaien. Let op dat het
snijblad volledig tot stilstand is gekomen.
• Draag voor het hanteren van het snijblad altijd een
paar handschoenen.
1.
Leg de grasmaaier zodanig op zijn zijkant, dat de
maaihoogte-instelhendel boven komt.
2.
Om het snijblad te blokkeren, steekt u een houtblok
of iets dergelijks in de grasmaaier.
3.
Draai de bout linksom los met de ringsleutel.
4.
Verwijder de bout, de veerring, de platte ring en het
snijblad, in die volgorde.
Voor het weer aanbrengen van het snijblad verricht u de
stappen voor het verwijderen in omgekeerde volgorde.
WAARSCHUWING:
• Monteer het snijblad zorgvuldig in de juiste stand, want
de boven/onderkant verschilt.
• Draai de bout rechtsom stevig aan om het snijblad vast
te zetten.
• Plaats het snijblad zo, dat de kant met de
draairichtingspijl naar buiten wijst.
• Let op dat het snijblad stevig is vastgezet.
Aanbrengen van de grasmand (Fig. 19 en 20)
Verwijder de contactsleutel.
Til het achterscherm van de grasmaaier op.
Haak de grasmand in de gleuf van de grasmaaier.
44
de
bovenste
handgreep
BEDIENING
Maaien
WAARSCHUWING:
• Voor het maaien verwijdert u alle takken en stenen van
het te maaien terrein. Bovendien kunt u beter ook van
tevoren alle onkruid uit het te maaien grasveld wieden.
• Draag bij het maaien altijd een veiligheidsbril met
volledig gesloten zijkantbescherming.
Houd bij het maaien de grasmaaier stevig met beide
handen aan de handgreep vast.
Aan de breedte tussen het midden van de voorwielen
kunt
u
ongeveer
de
gelijkmatig maaien laat u elke maaistrook overlappen
met een eerder gemaaide strook.
Controleer regelmatig de inhoud van de grasmand en
leeg die voordat de mand overvol raakt. Vóór elke
periodieke inspectie dient u de grasmaaier uit te
schakelen en de contactsleutel en de accu te
verwijderen.
OPMERKING:
• Als u de grasmaaier gebruikt met een overvolle
grasmand kan het snijblad niet soepel draaien,
hetgeen de motor overmatig belast, waardoor de kans
op defecten toeneemt.
Maaien van erg lang gras (Fig. 21)
Probeer niet om erg lang gras in één keer kort te maaien.
Maai uw gazon liever in meerdere fasen, met een dag of
twee tussen de maaibeurten, tot uw gehele gazon
gelijkmatig kort is.
OPMERKING:
• Als u erg lang gras in één keer helemaal kort maait,
kan het gras verdorren en kan het inwendige van de
grasmaaier verstopt raken door het gemaaide gras.
Legen van de grasmand (Fig. 22)
WAARSCHUWING:
• Om ongelukken te voorkomen, controleert u regelmatig
de grasmand op schade of verzwakking door slijtage
en vervangt u die wanneer nodig.
1.
Laat de schakelhendel los.
2.
Verwijder de contactsleutel.
3.
Open het achterscherm en verwijder de grasmand
aan het handvat.
4.
Leeg de grasmand.
ONDERHOUD EN OPSLAG
WAARSCHUWING:
• Zorg altijd dat de contactsleutel en de accu uit de
grasmaaier zijn verwijderd voordat u die opbergt, of
voordat u inspectie of onderhoud gaat verrichten.
• Draag handschoenen bij het verrichten van inspectie of
onderhoud.
LET OP:
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor kunnen verkleuring, vervormingen
en barsten worden veroorzaakt.
maaibreedte
aflezen.
Voor