■ Oplossen van problemen
Als uw airconditioner niet goed werkt, moet u eerst de volgende punten controleren voor u om service of reparatie verzoekt. Als het
toestel dan nog niet goed werkt, kunt u contact opnemen met uw dealer of een service-centrum.
●
Binnenunit
Symptoom
Geruis
Er klinkt een geluid alsof er water
stroomt in of na gebruik
Er klinkt een krakend geluid tijdens
gebruik of bij het stoppen.
Geur
In gebruik kunt u de uitgestoten lucht
ruiken.
Condens
In gebruik hoopt condens zich op bij de
luchtuitlaat
Mist
Bij gebruik in de koelstand ontstaat er
mist.
(Plekken waar olie in de lucht verstoven
is, bijvoorbeeld in restaurants.)
De ventilator draait nog een poosje door ook al is het
gebruik van het toestel gestopt.
De windrichting verandert in gebruik.
De windrichting kan niet worden ingesteld.
De windrichting kan niet worden veranderd.
Wanneer de windrichting wordt veranderd, zal de
flap een paar keer bewegen en dan stoppen op de
ingestelde positie.
Stof
●
Buitenunit
Symptoom
Het toestel
Onmiddellijk wanneer de stroom wordt
doet het niet
ingeschakeld.
Wanneer het toestel is gestopt en direct
weer wordt opgestart.
Geruis
Er treedt vaak geruis op in de
verwarmingsstand.
Stoom
Er treedt vaak stoomvorming op in de
verwarmingsstand.
Bij stoppen via de afstandsbediening, blijft de ventilator
van de buitenunit soms nog een poosje draaien, ook al
is de buitencompressor gestopt.
●
Er klinkt een geluid alsof er koelmiddel stroomt binnenin de unit
●
Er klinkt een geluid van stromend water door de afvoerpijp
Er klinkt een krakend geluid vanwege temperatuurwisselingen in en tussen
onderdelen
Geurcomponenten, zoals sigarettenrook of cosmetica, hopen zich op in de
airconditioner en geven hun geur af aan de uitgestoten lucht.
Het binnenwerk van de unit is stoffig. Raadpleeg uw dealer.
Vocht in de lucht condenseert wanneer de lucht gekoeld wordt.
●
Reiniging is nodig omdat het binnenwerk van de unit (warmtewisselaar)
vuil is. Raadpleeg uw dealer, want dit vereist elektrotechnische
werkzaamheden.
●
Bij het ontdooien
●
Het draaien van de ventilator zorgt ervoor dat het toestel soepel kan
werken.
●
Soms draait de ventilator omdat de warmtewisselaar volgens de
instellingen gedroogd moet worden.
●
Wanneer de temperatuur van de uitgestoten lucht laag is, of bij het
ontdooien, wordt de horizontale luchtstroom automatisch ingesteld.
●
Soms wordt de flappositie individueel ingesteld.
●
Wanneer de unit langere tijd wordt gebruikt met een bepaalde
windrichting, zal de windrichting automatisch worden geregeld en zal de
flappositie van tijd tot tijd worden gewijzigd.
Wanneer de windrichting wordt veranderd, beweegt de flap na het zoeken
naar de standaardpositie.
Binnenin de binnenunit opgehoopt stof wordt uitgestoten.
De eerste 3 minuten (ongeveer) zal het toestel niet lijken te werken omdat de
beveiliging van de compressor eerst moet worden ingeschakeld.
Bij het ontdooien
Het draaien van de ventilator zorgt ervoor dat het toestel soepel kan werken.
109
Oorzaak
Oorzaak