Installatie
Ñ Installatieprocedure
1) Voorkom kortsluiting door de sleutel uit het contactslot
te verwijderen en de ¤ aansluiting van de accu los te
koppelen.
2) Verbind de juiste in- en uitgangskabels van elk toestel.
3) Sluit de kabel op de bedradingsbundel aan.
4) Neem connector B op de bedradingsbundel en sluit deze
aan op de luidsprekerconnector van uw auto.
5) Neem connector A op de bedradingsbundel en sluit deze
aan op de externe spanningsconnector op uw auto.
6) Sluit de connector van de bedradingsbundel op het
toestel aan.
7) Installeer het toestel in uw auto.
8) Sluit de ¤-pool van de batterij weer aan.
9) Voer de begininstelling uit. Zie Eerste instellingen
(P.65).
De unit installeren
Ñ DNX8160DABS, DNX5160DABS, DNX5160BTS,
DNX3160BT
Buig de lipjes van de
bevestigingshuls met een
schroevendraaier of iets
dergelijks en bevestig
deze op zijn plaats.
84
Ñ DNX716WDABS
Schroef (M5 x 6 mm)
(apart verkrijgbaar)
Autobeugel
Schroef (M5 x 6 mm) (apart verkrijgbaar)
Ñ DNX516DABS
Schroeven
(meegeleverd met
echte audio-unit)
✎
OPMERKING
• Zorg ervoor dat het toestel stevig op zijn plaats zit. Als het
toestel instabiel is, kan het slecht functioneren (het geluid
kan bijvoorbeeld overslaan).
Ñ Sierplaat (DNX8160DABS, DNX5160DABS,
DNX5160BTS, DNX3160BT)
1) Bevestig de accessoire 5 aan het toestel.
Ñ De microfoon
1) Controleer de installatiepositie van de microfoon
(accessoire 3).
2) Reinig het installatieoppervlak.
3) Verwijder de beschermstrook van de microfoon
(accessoire 3) en plak de microfoon op de plek die
hieronder wordt getoond.
4) Leid de microfoonkabel tot aan de handsfreekit en zet
de kabel op verschillende plaatsen vast met tape of
vergelijkbaar materiaal.
5) Verstel de microfoon (accessoire 3) in de richting van de
bestuurder.
3
Bevestig de kabel met in de handel
verkrijgbare tape.
5