NL
De reiniger kan alleen gebruikt wordt met
schoon water, het gebruik van ongefilterd
water of bijtende substanties beschadigen
de reiniger.
Als de motor stop en niet meer start, wacht
dat 2-3 minuten voordat u het opnieuw
probeert. THERMISCHE UITVAL GESPRONGEN.
Inschakelen (Afb. A, C)
1. Draai de schakelaar (2) naar de stand "OFF/0".
2. Zorg voor een goede aanvoer van water voor de
voeding van de hogedrukreiniger.
3. Sluit de lans (10 / 11) en het lans-verlengstuk
(12) aan, zoals is weergegeven in Afb. C1.
4. Sluit de hogedrukslang (14) aan op de ring
zoals wordt getoond in Afb. C2 en sluit het
sproeipistool (9) aan op de hogedrukslang (14)
zoals wordt getoond in Afb. C3.
5. Controleer dat het metaalgaasfilter (3) vrij is
van blokkades en monteer het op de machine,
zoals is weergegeven in Afb. C4.
6. Sluit de waterslang aan.
7. Controleer dat er geen knikken in de slang
zitten.
8. Zet de wateraanvoer open en controleer op
lekkages.
9. Knijp de trekker in zodat de lucht door de pomp
en de slangen naar buiten wordt gedreven,
vergrendel de trekker, zoals is weergegeven in
Afb. C5.
10. Sluit de machine aan en zet de schakelaar (2) in
de aan-stand.
11. Ontgrendel de trekker, zoals is weergegeven in
Afb. C5, en gebruik de hogedrukreiniger.
Uitschakelen
Koppel de hogedrukslang (14) nooit los van
de machine terwijl er nog druk op het
systeem staat.
Zet de motor ALTIJD uit VOORDAT u de
watertoevoer uitzet. De motor kan
beschadigd raken als deze loopt zonder
water.
1. Zet de motor uit (duw de schakelaar (2) in de
uitstand).
2. Ontkoppel de unit van de stroomvoorziening.
3. Draai de watervoorziening dicht.
4. Druk de trekker van het pistool (9) in zodat de
22
druk uit het systeem kan ontsnappen.
5. Koppel de tuinslang los van de
hogedrukreiniger.
6. Breng de veiligheidsvergrendeling van het
pistool aan, zoals is weergegeven in Afb. C5.
7. Maak alle oppervlakken van de unit schoon met
een vochtige, schone doek.
Watertoevoer
Waarschuwing! Deze unit kan alleen
gebruikt worden met koud water!
• Verzeker u ervan dat u een juiste watertoevoer
heeft om de druk in de reiniger te voeden.
Controleer of alle verbindingen vast zitten en er
geen lekken in de slang zitten.
• De kraan dient geheel open te staan (zet de
reiniger nog niet aan).
• Vervolgens drukt u de trekker in (ontgrendel
eerst het pistoolveiligheidsslot) om water door
de unit te laten lopen en lucht te verwijderen.
• Druk op de hogedrukreiniger zodra alle lucht
verwijderd is en het water het einde van de
spuitlans bereikt heeft.
De spuitmond aanpassen (Afb. D)
• Het water kan uit de mond gespoten worden
in een lineare vorm of in waaiervorm. Schakel
eerst de druk in en pas dan de spuitmond aan.
5. ONDERHOUD
Koppel de kabel los van de stroomvoor-
ziening voordat u onderhoud uitvoert of de
machine klaar maakt voor opslag.
Reinig de machinebehuizing regelmatig met een
zachte doek, bij voorkeur iedere keer na gebruik.
Zorg dat de ventilatiesleuven vrij van stof en
vuil zijn. Gebruik bij hardnekkig vuil een zachte
doek bevochtigd met zeepwater. Gebruik geen
oplosmiddelen als benzine, alcohol, ammonia,
etc. Dergelijke stoffen beschadigen de kunststof
onderdelen.
Waterinlaatfilter (Afb. A)
Het waterinlaatfilter (3) regelmatig worden
geïnspecteerd, zodat blokkades en beperking van
de watertoevoer naar de pomp worden vermeden.
WWW.VONROC.COM