Kooktabel
In onderstaande tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
Gebruik de vermogensstand 9 als u begint te koken.
Smelten
Chocolade, chocoladecouverture
Boter, honing, gelatine
Verhitten en warmhouden
Maaltijdsoep (bv. linzen)
Melk**
Worstjes opgewarmd in water**
Ontdooien en verhitten
Diepvriesspinazie
Diepvriesgoulash
Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken
Aardappelballetjes*
Vis*
Witte sauzen, bv. bechamel
Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus
Koken, stomen, smoren
Rijst (met twee keer zoveel water)
Rijstpap
Frites
Pasta*
Eenpansgerecht, soep
Groenten
Diepvriesgroenten
Koken met de snelkookpan
Sudderen
Rollade
Stoofschotel
Goulash
Braden / Frituren met een beetje olie**
Filets, koteletten (al dan niet gepaneerd)
Biefstuk (3 cm dik)
Borst (2 cm dik)***
Hamburgers, gehaktballetjes (3 cm dik)***
Vis en visfilet, ongepaneerd
Vis en visfilet, gepaneerd
Garnalen en steurgarnalen
Diepvriesgerechten, bv. gesauteerd
Pannenkoeken
Omelet
Frituren** (150-200g per portie in 1-2 l olie)
Diepvriesproducten, bv. frieten, kipnuggets
Diepvrieskroketten
Vlees, bv., stukjes kip
Vis, groenten of paddestoelen, gepaneerd of in bierdeeg, bv. champignons
Banket, bv. beignets, fruit in bierdeeg
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
***Geregeld omdraaien
Bij het verhitten van purees, crèmes en dikke sauzen dient u af
en toe te roeren.
Vermogensstand
1-1.
1-2
1-2
1.-2.
3-4
3-4
3-4
4.-5.
4-5
1-2
3-4
2-3
1.-2.
4-5
6-7
3.-4.
2.-3.
3.-4.
4.-5.
4-5
4-5
3.-4.
6-7
7-8
5-6
4.-5.
5-6
6-7
7-8
6-7
6-7
3.-4.
8-9
7-8
6-7
6-7
4-5
29