Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Elektrische Aansluitingen Van De Besturingseenheid Mc824Hr; Aansluiting Op De Mc824Hr Van Andere Inrichtingen; Adressering Van De Met De Mc824Hr Verbonden Inrichtingen; Eerste Inschakeling En Controle Van De Aansluitingen - Nice Moon MC824HR Installierungs-Und Gebrauchsanleitungen Und Hinweise

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Moon MC824HR:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 43
3.2 - Elektrische aansluitingen van de besturingseenheid
MC824HR
Na de kast van de besturingseenheid te hebben bevestigd en de gaten voor
het doorvoeren van de elektriciteitskabels te hebben geboord (hoofdstuk 2.4
en afb. 3), de elektrische aansluitingen tot stand brengen:
– Bij het uitvoeren van elektrische aansluitingen mag de installatie
absoluut niet op de netspanning zijn aangesloten en moet de bufferbat-
terij van de automatisering, indien aanwezig, zijn afgekoppeld.
– De aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd
personeel worden uitgevoerd.
– Op de elektrische voedingsleiding dient een inrichting te worden aangebracht
dat volledige afkoppeling van de automatisering van het elektriciteitsnet verze-
kert. Deze afkoppelinrichting moet een dusdanige openingsafstand tussen de
contacten hebben dat complete afkoppeling wordt verzekerd in de condities
die worden voorgeschreven door de overspanningcategorie III, in overeen-
stemming met de installatievoorschriften. Indien nodig garandeert deze inrich-
ting een snelle en veilige afkoppeling van de voeding; de inrichting moet dan
ook in het zicht van de automatisering worden geïnstalleerd. Als de inrichting
op een niet-zichtbare plaats zit, moet hij een systeem hebben dat een even-
tuele ongewilde of niet-geautoriseerde heraansluiting van de voeding tegen-
houdt, om iedere kans op gevaarlijke situaties uit te sluiten. De afkoppelinrich-
ting wordt niet bij het product geleverd.
01. Sluit eerst de elektrische voedingskabel aan (afb. 4) en blokkeer hem met
de kabelklem;
02. Sluit nu de elektriciteitskabels van de motoren M1 en M2 aan, en volg
hierbij de symbolen op het etiket (afb. 5):
a) sluit op de klem M1 de motor aan die de onderste vleugel aandrijft (de
tweede die de openingsmanoeuvre begint ) en vervolgens de bijbehorende
encoder op de klemmen 1-2;
b) sluit op de klem M2 de motor aan die de bovenste vleugel aandrijft (de
eerste die de openingsmanoeuvre begint) en vervolgens de bijbehorende
encoder op de klemmen 4-5
BELANGRIJK! – Indien er slechts één reductiemotor in de installatie
aanwezig is, sluit u deze aan op de klem M2 en laat u de klem M1 vrij;
03. Sluit nu de elektriciteitskabels van de verschillende inrichtingen aan, zie hier-
voor afb. 6 en paragraaf 3.3. Opmerking – Om het aansluiten van de kabels
te vergemakkelijken, is het mogelijk de klemmen uit hun behuizingen te halen.

3.3 - Aansluiting op de MC824HR van andere inrichtingen

Als er nog andere inrichtingen in de installatie van stroom moet voorzien, bij-
voorbeeld een lezer voor transpondercards of het lampje voor de verlichting
van de sleutelschakelaar, is het mogelijk deze inrichtingen aan te sluiten op de
besturingseenheid, op de klemmen "P.P. (positief)" en "STOP (negatief)" (afb.
6). De voedingsspanning is 24 Vcc (-30% ÷ +50%) met een maximaal beschik-
bare stroom van 200 mA.
Opmerking – De spanning die beschikbaar is op de klemmen "P.P." en
"STOP", blijft ook aanwezig wanneer de functie "Stand By" op de kaart geac-
tiveerd wordt.
3.4 - Adressering van de met de MC824HR verbonden inrichtin-
gen
Om de besturingseenheid in staat te stellen om de op het Bluebus systeem
aangesloten inrichtingen te herkennen, dient u een adres aan deze inrichtingen
te geven.. Hiervoor dient de elektrische geleidebrug die in elke inrichting aan-
wezig is in de correcte positie te worden gebracht, zie de instructiehandleiding
van de verschillende inrichtingen: zie afb. A en Tabel 2.
Na afloop van de installatieprocedure of na het verwijderen van fotocellen of
andere inrichtingen, dient de zelfleringprocedure voor deze inrichtingen te wor-
den uitgevoerd, zie de paragraaf 3.6.
A
TABEL 2 - ADRESSEN VAN DE FOTOCELLEN
Fotocel
FOTO
Externe fotocel h = 50 met activering in sluitbeweging
(onderbreking en omkering van de beweging)
FOTO II
Externe fotocel h = 100 met activering in sluitbeweging
(onderbreking en omkering van de beweging)
FOTO 1
Interne fotocel h = 50 met activering zowel in sluitbeweging
(onderbreking en omkering van de beweging) als in
openingsbeweging (onderbreking en hervatting van de
beweging op het moment dat de fotocel weer vrij wordt
gegeven)
LET OP!
Bruggen
FOTO 1 II
Interne fotocel h = 100 met activering zowel in sluitbeweging
(onderbreking en omkering van de beweging) als in
openingsbeweging (onderbreking en hervatting van de
beweging op het moment dat de fotocel weer vrij wordt
gegeven)
FOTO 2
Interne fotocel met activering in openingsbeweging
(onderbreking en omkering van de beweging)
FOTO 2 II
Interne fotocel met activering in openingsbeweging
(onderbreking en omkering van de beweging)
FOTO 3
CONFIGURATIE NIET TOEGESTAAN

3.5 - Eerste inschakeling en controle van de aansluitingen

Na de besturingseenheid onder spanning te hebben gezet, dient u de volgende
controles uit te voeren:
• na enkele seconden, controleren of de led "Bluebus" (afb. 7) regelmatig knip-
pert, met een frequentie van 1 maal per seconde;
• controleer of de led's van de fotocellen (afb. 7), zowel TX als RX, knipperen.
De manier waarop de led's knipperen is in deze fase niet van belang;
• controleer of het knipperlicht dat is aangesloten op de uitgang FLASH uit is.
Als dit allemaal niet gebeurt, dient de stroomtoevoer naar de besturingseenheid
te worden uitgeschakeld en dient u de verschillende, eerder tot stand gebrach-
te, elektrische aansluitingen te controleren.

3.6 - Zelflering van de met de MC824HR verbonden inrichtingen

Na de eerste inschakeling dient u de besturingseenheid de procedure voor her-
kenning van de met de ingangen "Bluebus" en "Stop" verbonden inrichtingen
uit te voeren.
LET OP! – De zelfleringfase moet ook worden uitgevoerd als er geen
enkele inrichting met de besturingseenheid is verbonden.
Dankzij de zelfleringprocedure is de besturingseenheid in staat de verschillende
aangesloten inrichtingen apart te herkennen en de mogelijke aanwezige storin-
gen te detecteren. Om deze reden dient de zelfleringprocedure iedere keer dat
er een inrichting wordt toegevoegd of verwijderd te worden uitgevoerd.
De led's "L1" en "L2" op de besturingseenheid (afb. 7) zullen langzaam knip-
peren, om aan te geven dat de zelfleringprocedure moet worden uitgevoerd:
01. Druk de toetsen " " en "Set" (afb. 7) tegelijkertijd in en houd ze ingedrukt.
02. Laat de toetsen los wanneer de led's "L1" en "L2" snel beginnen te knip-
peren (na circa 3 seconden).
03. Wacht enkele seconden tot de besturingseenheid de fase voor zelflering
van de inrichtingen voltooid heeft.
04. Na afloop van deze fase moet de led "Stop" branden en moeten de led's
"L1" en "L2" uitgaan (het is mogelijk dat de led's "L3" en "L4" beginnen te
knipperen).
3.7 - Zelflering van de posities van de mechanische eindaansla-
gen
Na de zelflering van de aangesloten inrichtingen (paragraaf 3.6), dienen de
posities van de mechanische stops (maximale openingsstand en maximale
sluitingsstand) te worden aangeleerd. Deze procedure kan in drie modi worden
uitgevoerd: automatisch, handmatig en gemengd.
In de automatische modus, voert de besturingseenheid de procedure voor zelf-
lering van de mechanische stops uit en berekent wat de beste faseverschillen
van de vleugels zijn (SA en SC, afb. B).
In de handmatige modus worden de acht posities van de mechanische stops
(afb. B) één voor één geprogrammeerd door de vleugels op de gewenste pun-
ten te zetten. De te programmeren positie kan gevonden worden aan de hand
van het knipperen van één de 8 led's (L1...L8), zie Tabel 3.
In de gemengde modus is het mogelijke de automatische procedure uit te voe-
ren en vervolgens met de handmatige procedure één of meer posities te wijzi-
gen, met uitzondering van de posities "0" en "1" (afb. B) die gelijk zijn aan de
posities van de mechanische stops.
POSITIES
B
1
A
SC
M1
Positie
Led
Beschrijving
Positie 0
L1
Positie voor maximale sluiting: wanneer de vleugel 1 de
(motor 1)
me chanische stop voor de sluitbeweging raakt
Positie 0
L2
Positie voor maximale sluiting: wanneer de vleugel 2 de
(motor 2)
me chanische stop voor de sluitbeweging raakt
Positie SA
L3
Faseverschil in openingsbeweging: wanneer de vleugel 2 deze
(motor 2)
positie overschrijdt, begint de opening van de vleugel 1
1
A
SA
M2
0
0
TABEL 3
Nederlands – 3

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis