Motor controleren (afb. 1)
De kwaliteit van de motorolie is beslissend voor een correcte aandrijfprestatie en gebruiksduur. Gebruik
enkel geschikte, hoogwaardige smeermiddelen. Ongeschikte smeermiddelen beschadigen de machine en
leiden tot het onmiddellijk vervallen van de garantieaanspraken (aanbevelenswaardig is een gedeeltelijk
synthetisch universeel smeermiddel met de specificatie SAE 10 W 40). Wegens technische redenen van
levering is het mogelijk dat zich in de machine geen of slechts weinig motorolie bevindt (vulling voor
fabriekstest).
De oliestand moet in elk geval vóór ieder gebruik gecontroleerd worden!
Plaats de machine voor een controle waterpas op een vlakke grond en controleer en corrigeer de
oliestand. Let bij het vullen en leegmaken van motorolie en brandstof altijd op het milieu. Gebruik eigen vul-
en opvangapparaten. Vermijd in ieder geval dat brandstof of olie ongecontroleerd zou kunnen weglopen!
Verwijder de oliepijlstok (afb. 1a) door deze er uit te draaien, resp. uit te nemen.
Vul olie aan tot de markering „Correct oil level" (afb. 1) en controleer de juiste stand (de motoroliestand
moet de laatste schroefdraadgang van de olievuldop raken); vul niet te veel door een oneffen positie van
de machine! Draai, resp. druk de oliepijlstok weer terug.
Indien u motorolie wilt aftappen (olie verversen, onderhoud, etc.), verwijder dan de oliepijlstok (afb. 1a) en
draai de olieaftapplug uit (afb. 1b). Houd de oliepijlstok en olievulopening, olieaftapopening en
olieaftapplug steeds schoon! Gebruik geschikte bakken en vermijd milieuvervuiling door smeer- en
brandstoffen.
Vullen met brandstof / luchtfilter controleren
Brandstof vullen
Deze motor werkt perfect met de in de handel verkrijgbare loodvrije normale- en superbenzine. Indien
vanwege het milieu loodvrije benzine wordt gebruikt, dient bij motoren, die langer dan 30 dagen stilgestaan
hebben, de brandstof volledig afgetapt te worden, om harde resten in de carburateur, het brandstoffilter en
de brandstoftank te vermijden, of aan de brandstof een brandstofstabilisator toe te voegen.
Met de benzine geen olie vermengen.
Vullen van brandstof: de tankdop verwijderen en de brandstof maximaal tot de markering van de
brandstofzeef aanvullen. (De brandstofzeef bevindt zich in de vulopening van de tank.) Vermijd huidcontact
met brandstoffen! Let altijd op schone, onvervuilde brandstof! Sluit de tankdop na het tanken af en
controleer dit goed. Ga met de machine naar de werkplek.
Controleer alle onderdelen op goede plaatsing en eventuele beschadigingen.
Controleer het gehele luchtfilter op eventuele vervuilingen. Afb. 7 geeft de componenten van het luchtfilter
aan, in de volgorde van de motor bij afgenomen luchtfilterdeksel (afb. 6). Alle componenten van het
luchtfilter, in het bijzonder die van het luchtfilterinzetstuk (afb. 7a), moeten steeds vuilvrij zijn –
reinigingsmiddel: wasbenzine (blad met veiligheidsgegevens van de betreffende producent opvolgen!).
Open de brandstofkraan (Afb. 2, pos. „ON"). Controleer de bougiestekker op goede plaatsing.
Stand hydraulische olie controleren
Controleer de juiste vulhoeveelheid olie m.b.v. de oliepeilstok (afb. 9; pos. 8) in ingereden positie van de
splijtzuil. De stand van de hydraulische olie moet zich altijd tussen de twee markeringen op de oliepeilstok
bevinden. Naar behoefte met een in de handel zijnde hydraulische olie, bijv HLP46 of een andere olie met
een gelijke viscositeit, aanvullen.