Storing
De magnetron wordt niet
ingeschakeld.
Het apparaat is niet in gebruik.
Op het display staat een
tijdsduur.
De gerechten worden langzamer
heet dan gewoonlijk.
De draaischijf maakt een
krassend of schurend geluid.
Op het tekstdisplay verschijnt de
foutmelding Er1" of Er4".
Op het tekstdisplay verschijnt de
foutmelding Er11".
Toets klemt"
Op het tekstdisplay verschijnt de
foutmelding Er19".
Mogelijke oorzaak
Deur niet helemaal gesloten.
De magnetron is niet gestart.
De draaiknop werd per
ongeluk verdraaid.
te klein magnetronvermogen
ingesteld.
Er is een grotere hoeveelheid
dan anders in het toestel
geplaatst.
De gerechten zijn kouder dan
gewoonlijk.
Vuile of vreemde voorwerpen
in het bereik van de
draaischijfaandrijving.
De temperatuursensor is
uitgevallen.
Toetsen zijn vervuild, het
mechanisme klemt.
extreme oververhitting
(eventueel brand in
binnenruimte).
Te hoog magnetronvermogen.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd
door daartoe opgeleide technici van de
klantenservice. U kunt aanzienlijk gevaar lopen als
gevolg van ondeskundige reparaties.
Aanwijzing/oplossing
Controleer of resten van een
gerecht of een voorwerp tussen de
deur klem zitten.
Druk op de starttoets.
Druk op de stoptoets.
Kies een hoger
magnetronvermogen.
Dubbele hoeveelheid, bijna
dubbele tijd.
De gerechten tussentijds
omroeren of omkeren.
De rollen onder aan de draaischijf
en de dieper liggende delen in de
bodem van de oven goed
schoonmaken.
Neem contact op met de
klantenservice.
Druk meerdere keren op de toets
en neem indien dit niet helpt
contact op met de klantenservice.
Deur niet openen, de netstekker
uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast
uitschakelen, laten afkoelen.
119