C
Geef in het veld "Beveiligingssleutel of
wachtwoordzin" de standaard WPA
passphrase in (zoals aangegeven op de
onderkant van uw draadloze router) en
klik op „OK‟.
D
De cliënt maakt nu verbinding met het
draadloze netwerk.
E
Om de status van de draadloze
verbinding te controleren, kunt u op het
„Netwerk‟ pictogram in het systeemvak
klikken. U ziet hier met welk netwerk u
momenteel verbonden bent, informatie
over de verbinding en de sterkte van het
signaal.
NEDERLANDS
17