Stand op 12
De machine wordt bij het bereiken van het inge-
stelde draaimoment uitgeschakeld en het bereiken
van de uitschakelwaarde wordt met een akoestisch
signaal weergegeven. De machine loopt pas weer
verder wanneer de AAN-/UIT-knop [1-2] is losge-
laten en opnieuw wordt ingedrukt.
In stand 1 – 12 kan een verlaagd toerental worden
ingesteld.
6.4
Boren
De omschakelaar [1-5] geeft met de markering
op het schroefsymbool
moment.
7
Gereedschapopname,
aanzetstukken
7.1
Boorhouder
In de boorhouder dienen boren en bits gespannen
te worden.
Boorhouder plaatsen
► Voor ingebruikneming dient de boorspindel [4-1]
bestreken te worden met een kleine hoeveelheid
universeel smeervet.
Plaats de boorhouder op de boorspindel [4-1].
Trek de ontgrendelring [4-2] naar voren.
Draai deze tot de zeskantstiftvan de boorhouder in
de binnenzeskantopname van de boorspindel klikt.
Druk de boorhouder tot de aanslag op de boor-
spindel.
Laat de ontgrendelring [4-2] los.
Boorhouder verwijderen
Trek de ontgrendelring [4-2] naar voren.
Verwijder de boorhouder.
Gereedschap wisselen
Draai de spanhuls [4-3] tegen de klok in om de
klembek te openen.
Het peil op de klembus geeft de draairichting voor
het openen aan.
Plaats het gereedschap in de boorhouder.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel
► Span het gereedschap in het midden van de
boorhouder in!
Draai de spanhuls [4-3] met de klok mee om het
gereedschap vast te spannen.
7.2
Gereedschaphouder CENTROTEC
Met de gereedschaphouder CENTROTEC kunnen
gereedschappen met een CENTROTEC-schacht snel
gewisseld worden.
► Span CENTROTEC gereedschap alleen in een
CENTROTEC gereedschaphouder.
42
= hoog draaimoment
aan = maximaal draai-
VOORZICHTIG
Bij de wisseling van het gereedschap kan
snijletsel ontstaan!
► Draag veiligheidshandschoenen!
CENTROTEC plaatsen
Trek de ontgrendelring [5-1] naar voren.
Plaats de gereedschaphouder tot aan de aanslag
op de boorspindel [4-1].
Laat de ontgrendelring [5-1] los.
CENTROTEC verwijderen
Trek de ontgrendelring [5-1] naar voren.
Verwijder de gereedschaphouder.
Gereedschap wisselen
Voor het plaatsen, resp. verwijderen van het in-
strument met de schacht CENTROTEC verwijder
de oranje ring [5-2].
Draai het gereedschap bij het plaatsen tot de zes-
kantschacht ervan in de zeskantopname van de
boorspindel klikt.
Laat de ontgrendelring [5-2] los.
7.3
Hoekaanzetstuk
Met het hoekaanzetstuk is het mogelijk haaks op
de lengteas van de machine te werken (boren,
schroeven).
Het plaatsen van het hoekaanzetstuk
► Voor ingebruikneming dient de boorspindel [4-1]
en de hals van de wisselback [6-1] bestreken te
worden met een kleine hoeveelheid universeel
smeervet.
Maak de hendel van het hoekaanzetstuk los.
Zet het hoekaanzetstuk op de hals van de tand-
wielkast helemaal vast zodanig dat de passing van
het hoekaanzetstuk in de uitsteeksels van de kast
valt.
Beveilig de hendel van het hoekaanzetstuk.
Het hoekaanzetstuk kan positioneerd worden met
30°.
Boorhouder plaatsen/verwijderen
De boorhouder wordt analoog op de as van het
hoekaanzetstuk bevestigd zoals op de boorspindel
van de machine.
7.4
Diepteaanslag DC UNI FF
Met de diepteaanslag kan een schroef met een
vooraf vastgestelde diepte worden ingedraaid. U
kunt de afstand instellen waarmee de schroefkop
boven het werkstuk moet blijven staan of in het
werkstuk moet verzinken.
Montage
Plaats de diepteaanslag op de spindel van het
schroefapparaat [8-1].
Trek de ontgrendelingsring [8-2] naar voren.
Draai eraan tot de zeskantstift van de aanslag in
de binnenzeskantopname van de machine vergren-