9.
Montage
9.1
Minimumafstanden
≥100
9.2
Montage van de wandhouder
Het is ook mogelijk de wandhouder als sjabloon voor de wandbevestiging te gebruiken. Dat is een garantie voor de
noodzakelijke afstand tot de vloer.
» Hang de wandhouder op.
» Plaats de gecentreerde wandhouder horizontaal op de vloer en markeer de boorgaten van punt 1 en 2.
» Hef de wandhouder omhoog, zodat de onderste boorgaten in de wandhouder precies de zojuist geplaatste marke-
ringen op de montagewand afdekken.
» Markeer boorgaten 3 en 4 op de montagewand.
1
a a a
» Boor gaten in alle 4 markeringen. Bevestig de wandhouder met geschikt bevestigingsmateriaal (schroeven, plug-
gen) afhankelijk van de soort wand. Via de verticale slobgaten is het mogelijk een verschoven montagegat te
compenseren.
9.3
Montage van het toestel
» Hang het toestel met de ophangsleuven in de achterzijde van het toestel tegelijkertijd op de vier beugels van de
wandhouder.
» Druk het toestel aan tot aan de grendelinrichting.
» Draai de borgbouten van de wandhouder met de wijzers van de klok mee tot tegen de aanslag, zodat de bevesti-
ging is vergrendeld.
» Druk het veiligheidsklepje op de borgbout, zodat deze niet meer kan worden teruggedraaid.
≥100
≥20
3
2
≥500
4
Installatie
43