Functie voor het detecteren van een open raam.
In de fabrieksinstellingen is de Raam-functie ingesteld
op On (functie geactiveerd). Bij het resetten naar de
fabrieksinstellingen wordt de Raam-functie standaard op
On ingesteld.
Met functietoets 13 kan de Comfort-modus of de Sensor-
-modus worden geselecteerd, wanneer voor de sensor de
optie Comfort werd ingesteld.
Druk knop 11 (+) en functietoets 13 tegelijk in en houd
ze minimaal 1 seconde ingedrukt om de instelling van de
Raam-functie op te roepen (geactiveerd = ON, gedeacti-
veerd = --).
Op het display wordt de status van de functie weergegeven:
F On (functie ON = geactiveerd), F -- (functie OFF = gedeac-
tiveerd). Er knippert geen symbool.
F On: Raam-functie geactiveerd
F --: Raam-functie gedeactiveerd
Met knop 11 (+) en knop 12 (-) kan er tussen de functie ON
(F On) en de functie OFF (F --) worden geschakeld.
Door op functietoets 13 te drukken kan de instelling
worden opgeslagen. Wanneer er niet op deze functietoets
wordt gedrukt wordt de functie na 1 minuut beëindigd
zonder dat de instelling wordt opgeslagen.
De Raam-functie kan in elke bedrijfsmodus worden geacti-
veerd, met uitzondering van de Vorstbeschermingsmodus.
Wanneer de Raam-functie is geactiveerd (F On) en de tem-
peratuur stabiel is, knippert de decimale punt. (Zie "Stabiele
temperatuur").
Wanneer de decimale punt knippert, is de ruimtetempera-
tuur stabiel.
Op het display wordt een knipperende sneeuwvlok weerge-
geven wanneer er een open raam wordt gedetecteerd.
Het instelpunt is in dit geval 7°C (niet weergegeven).
Wanneer de functie detecteert dat het raam weer werd
gesloten, keert het systeem terug naar de vorige modus
(Comfort-modus, Tijd-modus, Boost-modus, enz.).
Wanneer er op knop ON/Standby 14 wordt gedrukt, scha-
kelt het systeem automatisch naar de stand-bymodus (met
pieptoon). Wanneer er op een andere knop wordt gedrukt,
wordt de status "Raam open" gewist en keert het systeem
terug naar de vorige modus (Comfort-modus, Tijd-modus,
Boost-modus, enz.).
Aanwijzing: De Raam-functie werkt alleen wanneer de
ruimtetemperatuur stabiel is (wordt aangegeven door het
knipperen van het decimale punt).
Stabiele temperatuur
"Stabiel" betekent: de temperatuurverandering, die door
de sensor van de thermostaat wordt gemeten, is stabiel
genoeg, zodat de thermostaat onderscheid kan maken
tussen een temperatuurverandering die door de normale
regulering is bepaald (normale verandering), en een
temperatuurverandering die door de functie "Raam open" is
bepaald (abnormale verandering.
Voorbeeld voor situaties waar de ruimtetemperatuur niet
stabiel is:
- Wanneer de badkamerradiator wordt ingeschakeld duurt
het een bepaalde tijd voordat de ingestelde waarde wordt
bereikt.
- Wanneer de instelwaarde wordt veranderd duurt het een
bepaalde tijd voordat de nieuw ingestelde waarde wordt
bereikt.
Terugzetten naar fabrieksinstellingen
Schakel over naar de stand-bymodus
de knoppen
en
5 seconden in.
71
en druk vervolgens
tegelijkertijd gedurende ten minste