10 XLR-audio-uitgang voor het aansluiten op
een microfooningang
11 Audio-uitgang (6,3 mm-jack) voor het aan-
sluiten op een lijningang
12 Volumeregelaar VOLUME voor het audiosig-
naal van de uitgangen (10, 11)
13 Regelaar SQUELCH om de drempelwaarde
voor de storingsonderdrukking in te stellen
2.2 Radiomicrofoon
14 Display met kanaal- en batterijweergave
15 Sensor voor de infraroodsignalen om het
kanaal in te stellen
16 POWER-schakelaar
onderste stand: Uit
middelste stand: Mute
bovenste stand: Aan
17 Batterijvak
18 Schakelaar LOCK om de bediening te ver-
grendelen
stand OFF vergrendeling uitgeschakeld
stand ON vergrendeling ingeschakeld
19 POWER-schakelaar voor het zendvermogen
stand LO
laag zendvermogen
stand HI
groot zendvermogen
3 Veiligheidsvoorschriften
De apparaten (ontvanger, netadapter, radio-
microfoon) zijn in overeenstemming met alle
relevante EU-Richtlijnen en dragen daarom het
kenmerk
.
WAARSCHUWING De netspanning van de
•
Het radiosysteem is enkel geschikt voor ge-
bruik binnenshuis . Vermijd druip- en spatwa-
ter, uitzonderlijk warme plaatsen en plaatsen
met een hoge vochtigheid (toegestaan omge-
vingstemperatuurbereik: 0 – 40 °C) .
•
Schakel de ontvanger niet in en trek de net-
adapter onmiddellijk uit het stopcontact,
1 . wanneer de ontvanger of de netadapter
zichtbaar beschadigd is,
2 . wanneer er een defect zou kunnen op-
netadapter is levensge-
vaarlijk . Open het toestel
niet . U loopt het risico van
een elektrische schok .
treden nadat het apparaat bijvoorbeeld is
gevallen,
3 . wanneer het apparaat slecht functioneert .
De apparaten moeten in elk geval hersteld
worden door een gekwalificeerd vakman .
•
Verwijder het stof met een droge, zachte doek .
Gebruik zeker geen water of chemicaliën .
•
In geval van ongeoorloofd of verkeerd ge-
bruik, verkeerde aansluiting, foutieve bedie-
ning of van herstelling door een niet-gekwa-
lificeerd persoon vervalt de garantie en de
verantwoordelijkheid voor hieruit resulterende
materiële of lichamelijke schade .
Wanner de apparaten definitief uit bedrijf
worden genomen, bezorg ze dan voor
verwerking aan een plaatselijk recycla-
gebedrijf .
4 Ingebruikneming
4.1 Ontvanger aansluiten
1) Sluit de ontvanger aan op het volgende ap-
paraat (bv . versterker, mengpaneel) . Hiervoor
zijn twee audio-uitgangen beschikbaar:
– MIC OUT (10) als XLR-jack, gebalanceerd,
voor aansluiting op een microfooningang
– LINE OUT (11) als 6,3 mm-jack, ongebalan-
ceerd, voor aansluiting op een ingang met
lijnniveau; hiervoor kunt u de bijgeleverde
verbindingskabel gebruiken
2) Sluit de bijgeleverde netadapter aan op de
voedingsspanningsjack (8) en plug hem in
een stopcontact (230 V / 50 Hz) .
4.2 Batterijen in de microfoon plaatsen
Voor het gebruik van de radiomicrofoon zijn
twee mignonbatterijen van 1,5 V (AA) nodig .
•
Gebruik enkel batterijen van hetzelfde type
en vervang ze steeds allemaal .
•
Neem de batterijen uit het apparaat, indien
u het langere tijd niet gebruikt . Zo blijft het
apparaat onbeschadigd bij eventueel uitlopen
van de batterijen .
Om het batterijvak (17) te openen, drukt u op
de pijl van het batterijvakdeksel en schuift u het
deksel hierbij naar beneden . Breng de batterijen
21