Stoombezem
5. Zet de Aan/Uit-schakelaar (15) in
stand I. De controlelampjes (7) achter
de watertank worden rood. Wacht tot
het apparaat de bedrij fstemperatuur
heeft bereikt en de controlelampjes
blauw zij n.
6. Door aan de stoomregelaar te draaien
kun je de hoeveelheid stoom instellen.
Opgelet: na draaien aan de stoom-
regelaar duurt het een paar secon-
den voordat de hoeveelheid stoom
verandert.
7. Beweeg het opzetstuk langzaam over
het te reinigen oppervlak.
8. Zet de Aan/Uit-schakelaar na gebruik in
stand 0. De controlelampjes gaan uit.
Na het gebruik
1. Trek de netstekker uit de contactdoos.
2. Laat het apparaat en toebehoren
volledig afkoelen en maak het schoon.
3. Haal de watertank (8) uit de hoofd-
eenheid (5) en maak hem volledig leeg.
REINIGEN EN OPBERGEN
Apparaat reinigen
Opgelet!
■
Gebruik voor het reinigen geen
oplosmiddelen, agressieve reinigings-
middelen of -pads. Deze kunnen het
apparaat beschadigen.
■
De opzetstukken zij n niet geschikt
voor de wasmachine, vaatwasser of
droogtrommel! Laat ze uitsluitend
drogen aan de lucht!
•
Veeg de hoofdeenheid (5),
greepstang (3), handgreep (1),
adapter (a) en reinigingsvoet (10) met
tapij tglij der (11) indien nodig af met
een zachte, ietwat vochtige doek en
droog deze af met een zachte doek.
•
Om pluisjes, haren en stof van het
borstelopzetstuk (b) te verwij deren
kun je hem indien nodig afspoelen
met lauw water en evt. een mild
reinigingsmiddel. Laat het drogen aan
de lucht.
•
Was de vloerdoek (c) volgens de
gegevens op het wasetiket. Gebruik
geen wasverzachter of bleekmiddel!
Was hem apart of met wasgoed van
dezelfde kleur!
Apparaat opbergen
•
Draai de bovenste haak voor de
snoeroprolinrichting (2) naar boven
en rol het aansluitsnoer rond de
bovenste en onderste haken.
•
Om het aansluitsnoer snel weer af te
rollen kun je de bovenste haak van de
snoeroprolinrichting omlaag draaien.
•
Zorg er voor het wegzetten voor dat
de watertank (8) volledig leeg is.
•
Bewaar het apparaat op een koele,
droge plaats buiten bereik van
kinderen en dieren.
OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN
Wanneer het apparaat niet op de juiste
wij ze functioneert, kun je nagaan of je
een probleem zelf kunt oplossen. Neem
contact op met de klantenservice als het
probleem met de hieronder genoemde
stappen niet kan worden opgelost.
Probeer niet om een elektrisch
apparaat zelf te repareren!
Het apparaat werkt niet. / De con-
trolelampjes (7) branden niet.
De netstekker steekt niet goed in de
contactdoos.
►
Corrigeer de positie.
De contactdoos is defect.
►
Probeer een andere contactdoos.
NL
37