Nederlands
6 Accu aansluiten en loskoppelen
6.1
Accu verbinden
2
3
1
► Adapter (2, 3 of 4) op de acculader (5) monteren.
► Accu (1) met de adapter (2, 3 of 4) verbinden.
6.2
Accu loskoppelen
► Accu loskoppelen van de adapter.
7 Accu laden en leds
7.1
Accu laden
De laadtijd is afhankelijk van diverse invloeden, zoals bijv.
de temperatuur van de accu of de omgevingstemperatuur.
Voor een optimale prestatie moeten de aanbevolen
temperatuurbereiken in acht worden genomen, @ 13.3.
Als de netstekker op een contactdoos is aangesloten en de
accu met de acculader wordt verbonden, start de
laadprocedure automatisch. Als de accu volledig is geladen,
schakelt de acculader automatisch uit.
Tijdens het laden worden de accu en de acculader warmer.
180
5
4
3
4
5
1
2
► Netstekker (7) in een goed bereikbare contactdoos (8)
aansluiten.
De acculader (2) voert een zelftest uit. Led "A" (9) brandt
ca. 1 seconde lang groen en ca. 1 seconde lang rood.
► Aansluitkabel (6) aanbrengen.
► Accu (1) met de adapter (3, 4 of 5) verbinden.
Led "A" (9) brandt groen. De accu (1) wordt geladen.
► Als led "B" (10) groen brandt: de accu (1) is opgeladen en
kan worden losgekoppeld van de adapter (3, 4 of 5). De
accu (1) kan in de STIHL maairobot of voor software-
updates worden gebruikt.
► Als de laadprocedure in de acculader (2) wordt voortgezet
en led "A" (9) brandt niet meer: de accu (1) is volledig
geladen en kan worden losgekoppeld van de adapter (3,
4 of 5).
► Als de acculader (2) niet meer wordt gebruikt:
netstekker (7) uit de contactdoos (8) trekken.
6 Accu aansluiten en loskoppelen
9
10
7
0458-900-9921-A
8