3.0 Veiligheidsvoorschriften
3.1 Maatregelen voor brandpreventie.
Elk gebruik van de haard kan een bepaald risico met zich
meebrengen. Neem daarom de volgende instructies nauwkeurig
in acht:
•
Zorg dat meubels of andere brandbare materialen niet te
dicht bij de haard staan.
•
Laat het vuur vanzelf uitgaan. Blus het vuur nooit met
water.
•
De haard wordt tijdens gebruik warm en kan bij aanraking
brandwonden veroorzaken.
•
De as moet naar buiten worden afgevoerd of worden
weggegooid op een plek waar geen brandgevaar bestaat.
3.2 Luchttoevoer
Waarschuwing!Zorg voor voldoende luchttoevoer van buiten naar
de ruimte waar de haard wordt geplaatst.
Zorg dat de ventilatieopeningen in de ruimte waar de haard zich
bevindt, niet zijn geblokkeerd.
Bij onvoldoende luchttoevoer kan rookgas in de kamer
terechtkomen. Dit is zeer gevaarlijk. Als u rook ruikt of als u
zich slaperig, misselijk of ziek voelt, kan dit er op duiden dat er
rookgas in de kamer is terechtgekomen.
Gebruik geen mechanische ventilatoren in een ruimte met een
haard. Deze kunnen negatieve druk veroorzaken waardoor giftige
gassen in de ruimte kunnen komen.
4.0 Installatie
4.1 Vloer
Vloer
Controleer of de vloer sterk genoeg is voor de haard. Zie
«2.0 Technische gegevens» voor informatie over de gewichten.
Het wordt aanbevolen om een vloer die niet aan het fundament
bevestigd is, een zogenaamde zwevende vloer, bij de installatie
te verwijderen.
Bescherming van houten vloer
Als de haard op een vloer van brandbaar materiaal wordt geplaa-
tst, moet de gehele vloer onder de haard tot aan het metselwerk
worden afgedekt met een onbehandelde of gegalvaniseerde
stalen plaat. De aanbevolen dikte bedraagt 0,9 mm.
Vloeren van brandbaar materiaal, zoals linoleum, tapijt,
enzovoort, moeten onder de vloerplaat worden verwijderd.
Brandbare vloeren voor de haard moeten
voldoen aan het volgende:
De vloerplaat moet in overeenstemming zijn met de nationale
wetten en voorschriften. (Zie bouwreglementen.) Neem contact op
met de afdeling Bouwtoezicht van uw gemeente voor informatie
over beperkingen en installatieeisen.
4.2 Muren
Afstand tot muren van brandbaar materiaal
met isolatie:
0 mm
De isolatie moet voldoen aan:
50 mm steenwol 120 kg/m
0,2 mm aluminium.
De ombouw moet voldoen aan:
Binnen de ombouw mag zich geen brandbaar materiaal
bevinden.
Als de verwarmingskamer een stukje doorloopt boven de
inzethaard en als de ombouw tot het plafond is gemaakt, moet
de bovenkant van de verwarmingskamer worden afgeschermd
met een extra paneel. Dit luchtdichte paneel moet bestaan uit
een isolerende plaat van onbrandbaar materiaal.
Voorbeelden van materiaal dat u kunt gebruiken:
Steenwol 100 mm dik op een stalen plaat min. 0,9 mm.
Zorg voor een ventilatieopening boven aan de ombouw -
bijvoorbeeld een spleet tussen de ombouw en het plafond of
een opening van ongeveer 5 cm
4.3 Luchtcirculatie
De lucht tussen de inzethaard en het metselwerk moet kunnen
circuleren. De voorgeschreven openingen voor luchttoevoer in
de onderkant en luchtafvoer in de bovenkant.
De vereiste grootte van luchtroosters voor Jøtul I 80 RH (voor
luchtcirculatie) is:
Onderkant:
minimaal 500 cm
Bovenkant:
minimaal 750 cm
Als de ventilatie in het huis slecht is, moet de ruimte worden
voorzien van extra frisse lucht, bijvoorbeeld door middel van een
apart kanaal of rechtstreeks aan de bovenkant van de haard. Zie
afb. 2.
Dat kanaal voor frisse lucht moet zo recht mogelijk zijn.
Het kanaal moet kunnen worden afgesloten met een keerklep om
de koude lucht buiten te houden als de haard niet wordt gebruikt.
De kanalen in de ruimte met de haard moeten zijn gemaakt van
vuurvast materiaal.
4.4 Plafond
Afstand van bovenkant de luchtroosters aan plafond van
brandbaar materiaal: Min. 800 mm.
4.5 Schoorstenen en kachelpijpen
•
De haard kan worden aangesloten op een schoorsteen en
kachelpijp die zijn goedgekeurd voor brandstofgestookte
haarden met rookgastemperaturen die zijn opgegeven in
«2.0 Technische gegevens».
•
De doorsnede van de schoorsteen moet ten minste even groot
zijn als de doorsnede van de kachelpijp. Zie «2.0 Technische
gegevens» voor informatie voor het berekenen van de
doorsnede van de schoorsteen.
•
De
schoorsteen
moet
overeenstemming met de installatievoorschriften van de
schoorsteenleverancier.
NEDERLANDS
3
met eenzijdige folie van
2
(afb.2).
2
vrije ventilatie.
2
vrije ventilatie.
worden
aangesloten
in
51