•
alle beweegbare delen licht bewegen.
5.8 Montage van de accu's
Schuif de accu's links en rechts in de daartoe
voorziene houders (afb. 2/pos. 1). Zodra de accu
compleet erin is geschoven (afb. 1) klikt hij hoor-
baar vast. Om de accu eruit te nemen drukt u op
de grendelknop (afb. 12/pos. K) en trekt u de accu
eruit.
5.9 Accu laden (fi g. 11)
1. Accupack het gereedschap uit nemen. Daar-
voor de zijdelingse grendelknop indrukken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
kenplaatje overeenkomt met de voorhanden
zijnde netspanning. Steek de netstekker van
de lader (8) het stopcontact in. De groene
LED begint te knipperen.
3. Steek de accu (7) de lader (8) in.
4. Onder punt "indicatie lader" vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie op
de lader.
Tijdens het laden kan de accu wat warm worden.
Dat is echter normaal.
Mocht het laden van het accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan
•
of op het stopcontact de netspanning voor-
handen is
•
of een perfect contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Indien het laden van het accupack altijd nog niet
mogelijk is, stuur dan
•
de lader
•
en de accu pack
naar onze klantenservice.
Voor een deskundige verzending verzoeken
wij u contact op te nemen met onze klan-
tendienst of het verkooppunt waar u het ap-
paraat heeft aangekocht.
Zorg er bij de verzending of verwerking van
accu's resp. het accu apparaat voor dat deze
afzonderlijk worden verpakt in plastic zakken,
om kortsluitingen en brand te vermijden!
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
Anl_GE_CT_36_30_Li_E_SPK13.indb 92
Anl_GE_CT_36_30_Li_E_SPK13.indb 92
NL
van de accupack!
5.10 Accu-capaciteitsindicator (fi g. 12)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
cator (pos. F). De accu-capaciteitsindicator (pos.
H) signaleert de laadtoestand van de accu aan de
hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De temperatuur van de accu is te laag. Verwijder
de accu van het apparaat en laat de accu één
dag liggen bij ruimtetemperatuur. Als de fout
opnieuw optreedt, dan werd hij diep ontladen en
is hij defect. Neem de accu van het apparaat. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt resp. gela-
den worden.
6. Bediening
Gelieve de wettelijke bepalingen inzake de veror-
dening voor de bestrijding van lawaaioverlast na
te leven, die plaatselijk kunnen verschillen.
Gevaar! Bij het werken moet de beschermkap
zijn gemonteerd.
6.1 Apparaat in- en uitschakelen, toerental
instellen (afb. 13)
Inschakelen en toerental instellen
Druk de inschakelblokkering (3) naar voor en
gelijktijdig op de Aan/Uit-schakelaar (2). Door
de Aan/Uit-schakelaar meer of minder hard in te
drukken kunt u het toerental tijdens het bedrijf
traploos sturen. Hoe harder u drukt, des te hoger
het toerental.
Uitschakelen
Laat de Aan/Uit-schakelaar los.
6.2 Werkinstructies
Train vóór gebruik van het apparaat alle werktech-
nieken bij afgezette motor en zonder accu. Maai
alleen droog gras. Bij lang gras moet dit geleideli-
- 92 -
05.10.2021 12:57:14
05.10.2021 12:57:14