380V - 415V 2N ~
1
2
L1
L2
220V - 240V
220V - 240V
220V - 240V 2N ~
1
2
L1
L2
220V - 240V
220V - 240V
4. SCHOONMAKEN EN
ONDERHOUD
• Gebruik nooit schuursponsjes, staal-
wol, zoutzuur of andere producten die
krassen of sporen op het oppervlak
kunnen achterlaten.
• Consumeer geen voedselresten die
zijn gevallen of zich hebben opge-
hoopt op het oppervlak en op de func-
tionele of esthetische elementen van
de kookplaat.
• Schakel het apparaat uit of koppel het
los van het elektriciteitsnet alvorens
reinigings- of onderhoudswerkzaam-
heden uit te voeren.
• Maak het apparaat na elk gebruik
schoon om te voorkomen dat eventu-
ele voedselresten verbranden. Het is
veel moeilijker om verhard of verbrand
vuil te verwijderen.
• Gebruik een zachte doek of een spons
met een geschikt reinigingsmiddel om
het dagelijkse vuil te verwijderen. Volg
de aanbevelingen van de producent
over de te gebruiken schoonmaak-
3
4
5
6
N
PE
3
4
5
6
N1
N2
PE
middelen. Het gebruik van neutrale
reinigingsmiddelen wordt aanbevo-
len.
• Verwijder eventueel verhard vuil, bij-
voorbeeld overgekookte melk, met
behulp van een schraper voor glaske-
ramische oppervlakken als de kook-
plaat nog warm is. Volg de aanbeve-
lingen van de producent over de te ge-
bruiken schrapers.
• Verwijder suikerrijke etensresten, bijv.
jamspatten tijdens het koken, met be-
hulp van een schraper voor glaskera-
mische oppervlakken als de kookplaat
nog warm is. Dergelijke resten kun-
nen, als ze niet worden verwijderd, het
glaskeramische oppervlak beschadi-
gen.
• Verwijder eventuele gesmolten plasti-
cresten met een schraper voor glas-
keramische kookplaten als de kook-
plaat nog warm is. Dergelijke resten
kunnen, als ze niet worden verwijderd,
het glaskeramische oppervlak be-
schadigen.
• Verwijder kalkvlekken met een kleine
hoeveelheid van een antikalkoplos-
sing, bijvoorbeeld azijn of citroensap,
zodra de kookplaat is afgekoeld.
Maak hem daarna weer schoon met
een vochtige doek.
• Snijd of bereid de levensmiddelen niet
op het oppervlak en voorkom dat er
harde voorwerpen op vallen. Schuif
geen pannen of eet- en drinkgerei
over het oppervlak.
• Gebruik geen stoomreinigers.
Onderhoud en reparaties
• Zorg ervoor dat het onderhoud van de
elektrische componenten alleen aan
de fabrikant of de monteurs van de
servicedienst wordt toevertrouwd.
• Zorg ervoor dat beschadigde kabels
alleen door de producent of door de
monteurs van de servicedienst wor-
den vervangen.
Als er een storing is, probeer dan een op-
lossing te vinden door de instructies in de
gids voor het oplossen van storingen te
117