2
Gegevens betreffende het product
•
De module bestuurt de actoren van een solarinstallatie of
verswaterstation.
•
De module registreert de temperaturen, die voor de func-
ties nodig zijn.
•
De module is geschikt voor energiezuinige pompen.
•
De module configureert een solarinstallatie samen met een
bedieningseenheid met BUS-interface EMS 2.
•
Meer complexe solarinstallaties kunnen in combinatie met
een solarmodule MS 200 worden gerealiseerd.
De combinatiemogelijkheden van de module zijn te vinden in de
aansluitschema's.
2.1
Belangrijke adviezen voor het gebruik
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding!
▶ Installeer een thermostatische warmwatermengkraan wan-
neer warmwatertemperaturen boven 60 °C zijn ingesteld
of de thermische desinfectie is ingeschakeld.
De module communiceert via een EMS 2-interface met andere
EMS 2-compatibele BUS-deelnemers.
•
De module mag uitsluitend op bedieningseenheden met
BUS-interface EMS 2 (Energie-Management-Systeem)
worden aangesloten.
•
De functionaliteit is afhankelijk van de geïnstalleerde bedie-
ningseenheid. Meer informatie over de bedieningseenhe-
den vindt u in de catalogus, de planningsdocumenten en de
website van de fabrikant.
•
De opstellingsruimte moet voor de beschermingklasse con-
form de technische gegevens van de module geschikt zijn.
2.2
Solarsysteem
Door de uitbreiding van een solarsysteem met extra functies
kunnen uitgebreidere solarinstallaties worden gerealiseerd.
Voorbeelden voor mogelijke solarinstallaties vindt u bij de aan-
sluitschema's.
Solarsysteem (1)
MS 100 – 6721825415 (2020/12)
0 010 013 289-001
Solarwarmwaterbereiding
•
Besturing van de solarpomp: deze wordt ingeschakeld,
wanneer de collectortemperatuur met het inschakeltempe-
ratuurverschil hoger is dan de temperatuur aan de boiler
onder.
•
Regeling van het debiet (Match-Flow) in het solarciruit via
een solarpomp met PWM- of 0-10 V-interface (instelbaar)
•
Bewaking van de temperatuur in het collectorveld en in de
boiler
2.3
Solarfuncties
Door het toevoegen van functies aan het solarsysteem wordt de
gewenste solarinstallatie samengesteld. Niet alle functies kun-
nen onderling worden gecombineerd.
2.3.1 Ext. warmtewisselaar Sp. 1 (E)
Op solarzijde externe warmtewisselaar op boiler 1
•
Wanneer de temperatuur aan de warmtewisselaar met het
inschakeltemperatuurverschil hoger is dan de temperatuur
aan boiler 1 onder, wordt de boilerlaadpomp ingeschakeld.
De vorstbeveiligingsfunctie voor de warmtewisselaar is ge-
waarborgd.
2.3.2 Omlaadsysteem (I)
Omlaadsysteem met solarverwarmde voorverwarmingsboiler
voor warmwaterbereiding
•
Wanneer de temperatuur van de voorverwarmingsboiler
(boiler 1 – links) met het inschakeltemperatuurverschil ho-
ger is dan de temperatuur van de standby-boiler (boiler 3 –
rechts), wordt de omlaadpomp ingeschakeld.
Gegevens betreffende het product
0 010 013 290-001
0 010 013 291-001
75