MONTAGE
ONDERDELENLIJST
Ref.
Beschrijving
Nr
1
Rubber voet
2
8 x 16 mm Flensbout
3
8 mm Borgmoer
4
Uitlaat kniestuk
5
Draadtape
6
Slangkoppeling
7
Koppeling
8
Zeefadapter
9
Zeef
#
$
%
'
&
PROCEDURE
1. Installeer de rubber bevestigingen op de pomp met behulp van
de 8 x 16 mm flensbouten en de 8 mm borgmoeren zoals
afgebeeld. Draai de moeren aan tot 7.8 ~ 9.8 N•m (80 ~ 100
kg-cm).
2. Kleef draadtape op het uitlaat kniestuk en bevestig het stevig
op de pomphehuizing.
3. Kleef draadtape op beide slangkoppelingen en installeer één in
de zuigpoort en de andere in het uitlaat kniestuk .
4. Installeer de zeefadapter in de zeef .
4
Aantal
4
4
4
1
1
2
2
1
1
"
!
VÓÓR HET STARTEN
Uw veiligheid is uw eigen verantwoordelijkheid. Een minieme
voorbereiding kan de kans op letsels sterk terugdringen.
Neem dit instructieboekje grondig door. Maak u vertrouwd met de
bedieningsorganen en leer ermee omgaan.
Maak u eigen met de onderdelen van de pomp en met de manier
waarop ze werken. Zorg ervoor dat u weet wat u moet doen
in noodsituaties.
Maak u vertrouwd met de veiligheidsvoorschriften die gelden voor de
te pompen chemicaliën; zie daarvoor van deze handleiding pagina 5.
IS DE POMP KLAAR VOOR GEBRUIK?
Voor uw eigen veiligheid en voor een maximale levensduur van de
pomp doet u goed eraan vóór de start enkele controles uit te voeren.
Ingeval u een storing vaststelt, moet u die eerst verhelpen of,
wanneer u niet over de vereiste technische vaardigheden beschikt,
contact opnemen met uw erkende Honda-dealer.
WAARSCHUWING
Een onvoldoende of verkeerd onderhouden pomp of een niet
of slecht verholpen storing kunnen ernstige verwondingen
veroorzaken.
Voer steeds de nodige controles uit en verhelp eventuele
storingen alvorens u de pomp in gebruik neemt.
Alvorens u overgaat tot de voorafgaande controle, moet u zich eerst
ervan vergewissen en dat de pomp op een vlakke, en horizontale
ondergrond staat dat de contactschakelaar op OFF staat.
Controleer Vervolgens De Algemene Staat Van De Pomp
• ga na of er geen olie of benzine uit de motor lekt;
• verwijder overtollig of vastgekoekt vuil, met name op de motor, de
geluiddemper en het startmechanisme;
• controleer alle onderdelen op schade;
• ga na of alle bouten, moeren en pennen goed vast zitten;
• controleer of de afschermplaten en veiligheidskappen op hun
plaats zitten.
• controleer de algemene conditie van de slangen. Zorg ervoor dat
de slangen in bruikbare conditie zijn voor u ze aansluit op de pomp.
Controleer De Volgende Onderdelen Alvorens De Motor Te
Starten
• het motoroliepeil (pagina 9).
• luchtfilter (pagina 9).
• benzine: verwijder de tankdop en controleer het benzinepeil
(pagina 11).
NEDERLANDS