VOORDAT U BEGINT
:
1. Inspecteer de muur of het plafond boven de garagedeur. De kopbeugel
moet stevig aan de structurele steunen bevestigd zijn.
2. Heeft u een afgewerkt plafond in uw garage? Zo ja, dan zijn misschien
een steunbeugel en extra ijzerwaren nodig (niet bijgeleverd).
3. Afhankelijk van uw deurconstructie, is misschien een speciale deurarm
vereist. Raadpleeg uw leverancier.
4. Als u behalve de garagedeur geen aparte toegangsdeur tot de garage
heeft, is een Model 1702E ontkoppelingsslot vereist. Hiermee kunt u in
geval van een stroomstoring de garagedeur van buitenaf met de hand
bedienen.
VOLTOOIDE INSTALLATIE
Naarmate u vordert met de in deze handleiding beschreven montage-,
installatie- en afstellingsprocedures is het misschien nuttig om deze
afbeelding van een voltooide installatie bij de hand te hebben.
(C-railinstallatie afgebeeld.)
(1) Kettingspanningshaak
(2) Kettingtussenwielsteun
(3) Slede
(4) Rail
(5) Ophangbeugel
(6) Snoer
(7) Opener
(8) Lampekap
HET MONTEREN
BEVESTIG DE RAIL AAN DE OPENER
N.B. De locatie van de slede is belangrijk voor het programmeren van
de eindstanden (stap 17). Verander de locatie van de slede niet!
Als uw systeem is voorzien van een aandrijfriem, verwijdert u de
borgveer (5) die het kettingwiel (6) op zijn plaats houdt. Vervang het
kettingwiel door de riemschijf (7) en breng een nieuwe borgveer aan.
Volg hieronder de aanwijzingen voor ketting of tandriem op.
Leg het verpakkingsmateriaal onder de opener om de kast van de opener
te beschermen. Plaats voor het gemak een steun onder het deureinde van
de rail.
A. C-rail: Verwijder de vier geringde schroeven (1) uit de bovenkant van
de opener.
Plaats de twee railbeugels (2) horizontaal over de bovenkant van de
opener, met de schroefgaten op één lijn met die van de opener. Zet de
schroeven losjes door de beugels in de opener.
Schuif de rail onder de beugels zo ver mogelijk naar voren, totdat de
ronde stop (3) bovenop de rail tegen de dichtstbijzijnde beugel rust.
Draai de vier schroeven stevig vast. Opgepast! Gebruik alleen deze
bouten! Gebruik van andere bouten kan de deuropener ernstig
beschadigen.
B. T-rail: Verwijder aan de bovenzijde van de opener twee van de
4 bouten met ringen (1). Breng de rail en het piepschuim over het
tandwiel van de opener aan.
Draai een van de schroeven met ringen gedeeltelijk in het gat. LET OP:
Gebruik uitsluitend deze schroeven! Andere schroeven
veroorzaken ernstige schade aan de deuropener.
Snij het band van de rail, ketting en het piepschuim af. VERWIJDER
HET PIEPSCHUIM.
4
(9) Noodontkoppeling:
koord & handgreep
(10) Gebogen gedeelte deurarm
(11) Recht gedeelte deurarm
(12) Deurbeugel
(13) Kopsteun
(14) Loskoppelingshendel slede
5
7
-
5
MONTEER DE AFDEKKAP
Bij riemaandrijving: Steek het verloopstuk (3) in de afdekkap. Ga
hieronder verder.
A. C-rail: Schuif de ketting of tandriem over het tandwiel of schijf (1). De
tanden van het tandwiel moeten in de ketting of tandriem grijpen.
B. T-rail: Leg de ketting of tandriem om het kettingwiel of de riemschijf (1),
De tanden moeten in de ketting of tandriem grijpen. Monteer de tweede
schroef met ring.
LET OP: Gebruik uitsluitende de eerder uit de opener verwijderde
schroef! Draai beide schroeven stevig door de rail in de opener zoals
afgebeeld.
Plaats de afdekkap (2) zo over het kettingwiel of de riemschijf dat de
gaten in de kap samenvallen met die in de montageplaat. Zet de kap vast
met de schroeven en ringen (4).
DE SPANNING INSTELLEN
A. C-rail: Verwijder het verpakkingsmateriaal van de slede en laat de
slede op zijn plaats op de rail.
Bij de kettingspanningshaak (1), draai de moer (2) met een sleutel
tegen de veer (3). Terwijl de moer wordt verplaatst, trekt de veer de
spanningsbeugel en de riemleirolbeugel (4) naar elkaar toe. Vast-
draaien totdat de afstand tussen de ketting en de rail 20mm is. Draai
de moer niet te ver aan. Bij te vast aandraaien kunnen de motor
en het begrenzingsmechaniek beschadigd raken.
B. T-rail: Draai met de hand de veerwagenmoer (1) op het draadeind (2)
tot de moer handvast tegen de wagen rust. Steek het blad van een
schroevendraaier in een van de sleuven van de moerring (3) en houdt
de schroevendraaier stevig op zijn plaats tegen de wagen. Plaats een
steeksleutel over het vierkante einde van de moer en draai het geheel
een stukje rechtsom totdat de moerring loskomt tegen de wagen.
Hiermee heeft de opener de juiste bedrijfsspanning.
Het is normaal dat de ketting of tandriem doorhangt bij gesloten deur.
HIERMEE IS DE MONTAGE VAN UW DEUROPENER
VOLTOOID.
HET INSTALLEREN
Voor installatie dient u eventuele sloten buiten werking te stellen en
touwen, kettingen en andere onderdelen te verwijderen als zij niet
nodig zijn voor elektrisch bedrijf.
De installatie van dit produkt moet overeenkomen met de normen
ZH1/494, VDE 0700 Part 238 en VDE 0700 Part 1.
Wij raden aan de deuropener minstens 2,1m boven de vloer te installeren
of hoger, als de ruimte dit toelaat.
PLAATS DE KOPSTEUN
De kopsteun moet stevig aan de garageconstructie bevestigd
worden. Versterk de muur of het plafond zonodig met een 40mm
dikke plank. Het niet opvolgen van de instructies kan ondeugdelijke
werking van het veiligheidssysteem tot gevolg hebben.
U kunt de kopsteun op de muur (1) boven de deur of aan het plafond (3)
bevestigen. Volg de instructies die het beste aan uw specifieke vereisten
voldoen.
Teken, terwijl de deur gesloten is, de verticale middellijn (2) van de
garagedeur af. Trek deze lijn door tot op de muur boven de deur.
Open de deur tot in de hoogste stand. Trek een horizontale snijlijn op de
muur op 50mm boven het hoogste punt van de deur zodat de bovenkant
van de deur voldoende doorgangsruimte heeft.
6
7
8
16
-
8