Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Dosering; Na De Behandeling - Enraf Nonius Radarmed 950+ Gebrauchsanweisung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

In het behandelgebied van de straler worden vochtplekken intensiever verhit. Met name in
lederen en kunststoffen (nylon, perlon) kleding treedt gemakkelijk transpiratie op. Daarom
verdient het de voorkeur de te behandelen lichaamsdelen te ontkleden, en eventueel, bij sterk
transpirerende patiënten, af te drogen (huidplooien). Droog verband wordt probleemloos
doorstraald. Behandelgebieden die met vochtig verband of kleefband bedekt zijn, kunnen niet
met microgolftherapie behandeld worden.
Lichaamsdelen met metalen endoprothesen, zoals mergpennen, metalen gewrichten, stiften,
spiralen, schedelplaten, tandvullingen en kronen, draden e.d. mogen niet of slechts in zeer
geringe mate behandeld worden.
Men dient ervoor te zorgen dat de straler bij de behandeling van smalle lichaamsdelen (bijv.
het handgewricht), zodanig gericht staat, dat gevoelige lichaamsdelen (bijv. ogen, testikels)
zich niet onbedoeld in het stralingsgebied bevinden. In dergelijke gevallen is het beter een
kleinere straler (b.v. de rondveldstraler) te gebruiken.
Tijdens de behandeling dient de patiënt een ontspannen en rustige lichaamshouding aan te
kunnen nemen.
Baby's kunnen het beste helemaal worden uitgekleed voor de behandeling. Hun
lichaamsvolume vraagt om speciale nauwkeurigheid bij het berekenen de dosis en de
huidtemperatuur moet regelmatig met de hand worden gecontroleerd.
4.3

Dosering

Indien men de bedieningsvoorschriften nauwkeurig opvolgt, dan zal de patiënt geen schade van de
microgolfbehandeling ondervinden. Door de sterke toename van de bloedcirculatie wordt de
opkomende warmte snel verder geleid zodat er geen hittestuwing kan plaatsvinden. Door grove
behandelfouten (sterke overdosis) kan schade veroorzaakt worden, zoals dat met iedere andere
fysieke of medicamenteuze behandelmethode het geval is.
In de praktijk kunnen vier niveaus van warmtegevoeligheid worden onderscheiden:
Onwaarneembare warmte: de huid is tot net onder de warmtegevoeligheidsdrempel
opgewarmd. Stel de dosis zo in dat de warmte net waarneembaar is, en verminder de dosis
vervolgens een paar stappen.
Enige warmte: net waarneembare warmte
Comfortabele warmte: aangename, goed verdraagbare warmte
Heet: een nog net verdraagbaar, bijna brandend gevoel van warmte
De subjectieve warmtesensatie van de patiënt moet altijd maatgevend zijn voor de dosering. Daarom
moet men bij de eerste behandeling altijd enige tijd uittrekken om zorgvuldig naar de subjectieve
waarneming van de patiënt te vragen.
De instelling van het vermogen geschiedt nooit volgens een schema, maar altijd individueel.
De warmtegevoeligheid is bij elke patiënt verschillend en stabiliseert zich pas na ongeveer vijf
minuten.
De warmtegevoeligheid van de patiënt kan gedurende de behandeling variëren (adaptatie).
Vraag de patiënt om een toenemende warmtesensatie te melden. Het vermogen kan dan
worden verlaagd.
Bij het uitblijven van een warmtesensatie mag men er in geen geval toe over gaan het
vermogen te verhogen.
Vermoedt men sensibiliteitsstoornissen dan kan men de subjectieve warmtewaarneming van
de patiënt aan de hand van de huidtemperatuur controleren. In een dergelijk geval dient men
uiterst voorzichtig te doseren en uitsluitend met lage vermogens en korte behandeltijden te
werk te gaan.
Tot slot wijzen wij er nadrukkelijk op, dat toepassing van microgolf op een plaatselijk verdoofd
behandelgebied ten strengste af te raden is; het kan daarbij tot ernstige verbranding komen!
4.4

Na de behandeling

De verwachte effecten worden gecontroleerd.
De patiënt wordt gevraagd eventuele reacties die optreden duidelijk te omschrijven.
081-400-095-4A_950+_NL
NEDERLANDS
Page 7 of 27

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis