Storing
Temperatuur
in de koelkast
is te hoog of te laag
Bij normaal gebruik van het koeltoestel kunnen er verschillende soorten geluiden ontstaan, die geen enkele invloed hebben op
de correcte werking van de koeler.
Geluiden die gemakkelijk verholpen kunnen worden:
• Lawaai doordat het apparaat niet waterpas staat – regel de opstelling met behulp van de stelvoetjes vooraan.
Leg eventueel zacht materiaal onder de wieltjes achteraan, in het bijzonder bij een tegelvloer.
• Wrijving tegen de andere meubelen – verschuif het apparaat.
• Knarsen van laden of schappen – neem de lade of het schap weg en plaats het daarna terug.
• Geluid van tegen elkaar stotende flessen – plaats de flessen uit elkaar.
Geluiden die hoorbaar zijn tijdens het normale gebruik van het toestel, worden veroorzaakt door de werking van de thermostaat,
de compressor (aanslaan), het koelsysteem (krimpen en uitzetten van het materiaal onder invloed van temperatuurverschillen
en doorstroom van koelvloeistof).
Dit symbool betekent dat dit product niet bij het gewone huishoudelijke afval mag worden weggegooid (2012/19/EU).
Volg de geldende regels in uw land voor de gescheiden inzameling van elektrische en elektronische producten.
Als u het product correct afvoert, voorkomt u negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid.
Het verpakkingsmateriaal van dit product is 100% recyclebaar, lever het verpakkingsmateriaal gescheiden in.
Oorzaak
Verkeerde instelling van
de thermostaat.
De omgevingstemperatuur is hoger
of lager dan de temperatuur welke
aangegeven is op het tabel met
de technische gegevens.
Het apparaat staat in de zon
of te dicht bij een warmtebron.
De ventilatie aan de achterkant
van het apparaat is belemmerd.
De deur van de koelkast wordt
te vaak geopend of blijft te lang
open staan.
De deur is niet goed gesloten.
De compressor werkt niet vaak
genoeg.
RECYCLING
Oplossing
Draai de thermostaat op een andere stand.
Het apparaat is bedoeld voor werking in een
omgevingstemperatuur die aangegeven is op de tabel
met technische gegevens van het apparaat.
Verander de opstelling van het apparaat volgens
de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing.
Houd het apparaat 10 cm van de wanden verwijderd voor
voldoende ventilatie.
Open de deur minder vaak en/of verkort de tijd van het
open laten van de deur.
Zorg dat de levensmiddelen zo geplaatst zijn, dat ze het
sluiten van de deur niet belemmeren.
Controleer of de omgevingstemperatuur niet lager is dan
het bereik van de klimaatklasse.
NL - 12