Meetonzekerheid KPA = 3 dB(A)
Draag gehoorbescherming.
De blootstelling aan lawaai kan gehoorverlies veroor-
zaken.
Vibratie A
(handgreep voor) = 7,5 m/s
hv
Vibratie A
(handgreep achter) = 7,5 m/s
hv
Meetonzekerheid K
= 1,5 m/s
PA
• De aangegeven trillingemissiewaarde werd vol-
gens een genormaliseerd testmethode gemeten en
kan ter vergelijking van een stuk elektrisch gereed-
schap met een ander gebruikt worden.
• De aangegeven trillingemissiewaarde kan ook voor
een inleidende inschatting van de blootstelling be-
nut worden.
Waarschuwing:
• Afhankelijk van de manier, waarop het elektrische
gereedschap gebruikt wordt, kan de trilingemissie-
waarde tijdens het effectieve gebruik van het elek-
trische gereedschap van de aangegeven waarde
verschillen.
• De noodzaak bestaat, veiligheidsmaatregelen ter
bescherming van de operator vast te leggen, die op
een inschatting van de blootstelling in de effectieve
gebruiksomstandigheden gebaseerd zijn (hierbij
moet er met alle aandelen van de bedrijfscyclus
rekening gehouden worden, zo bijvoorbeeld met
tijden, tijdens dewelke het elektrische gereedschap
uitgeschakeld is, en tijden, tijdens dewelke het
weliswaar ingeschakeld is, maar zonder belasting
functioneert).
7. Montage en bediening
Waarschuwing!
Draag altijd een veiligheidsbril, oorkappen, veilig-
heidshandschoenen en stevige werkkleding!
De kettingzaag alleen gebruiken met goedgekeurde
verlengkabels (met rubberen ommanteling), de voor-
geschreven sterkte en met voor het buitenbereik
goedgekeurde aansluitingen, die bij de stekker van
de zaag passen.
De kettingzaag is voorzien van een veiligheidsscha-
keling. De zaag werkt alleen als u met één hand
schakelaar 11 en 13 tegelijk bediend.
Wanneer de kettingzaag niet draait, moet de ketting-
rem met de voorste handbescherming (3) worden
vrijgegeven.
Aanzetten
• De kettingrem (3) losmaken, de inschakelblokke-
ring (11) drukken en de aan-/uit-schakelaar (13)
drukken.
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
2
2
2
• De onderste klauw van de klauwaanslag (afb. 2, J)
op het hout zetten. De kettingzaag aan de achter-
ste handgreep (1) tillen en in het hout zagen. De
kettingzaag iets naar achteren bewegen en dan de
klauwaanslag iets dieper aanzetten.
• Wees voorzichtig met gespleten hout, omdat stuk-
ken hout af kunnen breken.
Let op!
Na het inschakelen draait de kettingzaag onmiddellijk
op volle snelheid.
Uitzetten
• Voor het uitzetten moet de aan-/uit-schakelaar (13)
aan de achterste handgreep worden losgemaakt.
• Bij het uitschakelen met de aan-/uit-schakelaar
stopt de kettingzaag binnen 1 seconde, met hevige
vonkvorming. Dit is echter heel normaal, en het
doet geen afbreuk aan de goede werking van de
kettingzaag.
• Na het werk met de kettingzaag: altijd de zaagket-
ting en het zwaard reinigen en de kettingbescher-
ming weer aanbrengen.
• Bij het bedienen van de kettingrem wordt de ket-
tingzaag onmiddellijk gedeactiveerd.
Verklaring van de bediening/overbelastingsindi-
cator (afb. 2, 18):
Groene LED:
De groene LED brandt wanneer het apparaat in ge-
bruik is.
Rode LED:
De rode LED brandt als het apparaat overbelast is.
Het gaat niet uit totdat het apparaat is uitgeschakeld
en weer in gebruik.
8. Ingebruikname
De spanning en de aard van de stroomverzorging
moeten overeenkomen met de gegevens op het ty-
peplaatje.
Voor aanvang van de werkzaamheden moet altijd de
goede en veilige werking van de kettingzaag worden
gecontroleerd.
Controleer ook of de ketting goed gesmeerd wordt,
en of het oliepeil voldoende hoog is (zie afb. 4). Wan-
neer het oliepeil ongeveer 5 mm boven de onderste
markering ligt, moet olie worden bijgevuld. Wanneer
het oliepeil hoger is, kunt u beginnen te werken.
NL | 59