NL
methode; 1 mV indicatie op het scherm van de stroomtang waarop de stroomtang is aangesloten
komt overeen met 1 A stroom die in de kabel stroomt. Door de schakelaar op 1mV/10A te zetten,
kan de stroom tot 600 A worden gemeten met behulp van een inductieve methode; 1 mV indicatie
op het scherm van de stroomtang waarop de stroomtang is aangesloten komt overeen met 10 A
stroom die in de kabel stroomt.
Testkabels aansluiten
Als de kabelstekkers zijn voorzien van afdekkingen, moeten ze worden gedemonteerd voordat de
kabels op de meteraansluitingen worden aangesloten. Zwarte draad naar de aansluting, meestal
gemarkeerd als COM, rood naar de aansluiting, meestal gemarkeerd als V. Lees de documentatie
van de stroomtang voordat u de stroomtang erop aansluit.
Wanneer u de YT-73090 op de universele stroomtang YT-73085 aansluit, sluit u de zwarte stek-
ker aan op de als COM beschreven aansluiting en de rode stekker op de als INPUT beschreven
aansluiting. Stel de keuzeknop van stroomtang YT-73085 zodanig in, dat het symbool van de
meetklemmen wordt aangeven.
UITVOEREN VAN DE METINGEN
Om de hoogst mogelijke meetnauwkeurigheid te bereiken, moeten optimale meetomstandighe-
den worden gegarandeerd. Omgevingstemperatuur in het bereik van 18 graden C tot 28 graden
C en relatieve vochtigheid van de lucht <75%
Voorbeeld van nauwkeurigheidsbepaling
Nauwkeurigheid: ± (% van indicatie + correctie)
Meting van DC-spanning: 139 mV
Stroomwaarde: 139 A
Let op! In het geval van YT-73085 wordt het resultaat in ampère weergegeven.
Nauwkeurigheid: ±(2% + 0,5 A)
Foutberekening: 139 A x 2% + 0,5A = 2,78 A + 0,5 A = 3,28 A
Meetresultaat: 139 A ± 3,28 A
Meting van de AC-stroomsterkte door middel van de tang
Selecteer het juiste meetbereik met de knop. Open de meettang door op de hendel te drukken.
Plaats een enkele draad waardoor de wisselstroom binnen de tang stroomt en sluit ze. Zorg
ervoor dat de tangklemmen exact op elkaar aansluiten. Voor de meest nauwkeurige meting is
het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de kabel zich op een centraal punt tussen de klemmen
bevindt. De fout als gevolg van de niet-centrale ligging van de draad is 1% van de gemeten
waarde, maar kan worden vermeden door de draad centraal in de tang te plaatsen. Lees het
meetresultaat af. Raak tijdens de meting geen blootliggende geleidende oppervlakken aan. Dit
kan een elektrische schok veroorzaken.
ONDERHOUD EN OPSLAG
Veeg de stroomtang af met een zachte doek. Grotere vervuiling moet met een licht vochtige doek
worden verwijderd. Dompel het apparaat niet onder in water of een andere vloeistof. Gebruik geen
oplosmiddelen, bijtende of schurende middelen voor het reinigen. Zorg ervoor dat de contacten
van de stroomtang en de meetkabels schoon blijven. Reinig de contacten van de meetkabels met
een in isopropylalcohol gedrenkte doek. Om de contacten van de stroomtang te reinigen, schakelt
u de stroomtang uit en verwijdert u de batterij. Draai de stroomtang om en schud hem voorzichtig
zodat er groter vuil uit de aansluitingen van de stroomtang ontsnapt. Week een wattenstaafje licht
doordrenkt met isopropylalcohol en maak elk contact schoon. Wacht tot de alcohol verdampt en
plaats vervolgens de batterij. De stroomtang moet worden opgeslagen in een droge ruimte in de
bijgeleverde eenheidsverpakking.
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
33