Vervanging; Controleren Van Riemtransmissies; Besturing; Controles - Stiga Park 4WD Serie Gebrauchsanweisung

(Vertaling van de oorspronkelijke instructies)
GEGEVENS".
9.7.1 Controle/bijvullen (26)
1. Plaats de machine op een vlakke oppervlakte.
2. Lees het oliepeil af op het reservoir (26:A). Het
oliepeil moet tot de lijn komen.
3. Vul indien nodig olie bij.

9.7.2 Vervanging

Aftappen van de olie
1. Laat de machine gedurende 10-20 minuten op
verschillende snelheden lopen om de transmis-
sieolie op te warmen.
Plaats de machine op een vlakke oppervlakte.
2.
3. Schakel de parkeerrem in.
4. Zet de ontkoppelingshefbomen in stand A1 - B1
zoals op afb. (15:A; 15:B).
5. Plaats één opvangbak onder de achteras en
één onder de vooras.
6. Open de motorkap en verwijder de dop van het
oliereservoir.
Gebruik uitsluitend een 3/8" dopsleutel
voor de olieaftapplug. Het gebruik van
ander gereedschap beschadigt de plug.
7. Verwijder de olieaftapplug van de achteras
(27:A).
8. Verwijder 2 aftappluggen uit de vooras. Gebruik
hiervoor een 12 mm sleutel. Laat de olie uit de
vooras en de leidingen lopen (28).
9. Controleer of de pakkingen op de aftappluggen
van de vooras intact zijn (28). Plaats de pluggen
terug. Klemkoppel: 15-17 Nm.
10. Controleer of de pakking op de olieaftapplug
van de achteras intact is (27:A). Plaats terug in
de achteras. Draai de olieaftapplug aan tot 5
Nm.
De olieaftapplug wordt beschadigd als
hij vaster dan 5 Nm wordt aangedraaid.
11. Zuig de olie uit het onderste deel van het reser-
voir met behulp van een olieafscheider (29).
12. Voer de olie af in overeenstemming met de
plaatselijke voorschriften.
Vullen
1. Vul het oliereservoir met de nieuwe olie.
2. Controleer of de koppelingshendel van de ach-
teras uitgetrokken is.
3. Schakel de motor in. Als de motor is gestart,
schuift de ontkoppelingshendel van de aandrij-
ving van de vooras automatisch naar binnen.
NEDERLANDS
De motor mag nooit draaien als de ont-
koppelingshendel van de aandrijving van
de achteras ingeschakeld is en de ont-
koppelingshendel van de aandrijving van
de vooras uitgeschakeld is (15:A; 15:B).
Hierdoor kunnen de afdichtingen van de
vooras beschadigd raken.
Als de motor binnen moet draaien, dient
u ervoor te zorgen dat uitlaatgassen kun-
nen worden afgevoerd.
4. Schakel de ontkoppelingshendel van de aandrij-
ving van de vooras uit.
OPMERKING! De olie wordt zeer snel het
systeem ingezogen. Het reservoir moet
continu worden bijgevuld totdat het vol
blijft, om het circuit te vullen en ervoor te
zorgen dat er geen lucht in het systeem
wordt gezogen, iets wat nooit mag ge-
beuren.
5. Zet het gaspedaal in de voorste stand door het
te blokkeren met een houten wig (30).
6. Laat de motor een minuut in de stand vooruit
draaien.
7. Verwijder de houten wig en zet het gaspedaal
in de stand achteruit. Ga door met het bijvullen
van de olie.
8. Laat de motor een minuut in de stand achteruit
draaien.
9. Verander de rijrichting elke minuut, zoals hierbo-
ven is aangegeven, en ga door met het bijvullen
van de olie tot het borrelen in het reservoir stopt.
Zet de motor af, plaats het kapje (26:B) van het
10.
oliereservoir terug en sluit de motorkap.
11. Laat de machine een paar minuten op verschil-
lende snelheden draaien en corrigeer indien
nodig het oliepeil in het reservoir.
9.8 CONTROLEREN VAN RIEMTRANSMIS-
SIES
Controleer of alle riemen intact zijn.
Voor de interventietijd zie hoofdstuk 13.
9.9

BESTURING

Voor de interventietijd zie hoofdstuk 13.

9.9.1 Controles

Draai het stuur kort heen en weer.
Er mag geen mechanische speling in de stuurkettin-
NL
21