nl
Energie besparen
Apparaat in een droge, geventileerde ruimte
■
plaatsen. Het apparaat mag niet direct in de zon of in
de nabijheid van een warmtebron staan (bijv.
radiator, open haard).
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
Warme levensmiddelen en dranken eerst laten
■
afkoelen, dan pas in het apparaat zetten.
Diepvriesproducten voor het ontdooien in de
■
koelruimte plaatsen en de koude van het
diepvriesproduct voor de koeling van
levensmiddelen benutten.
Apparaat zo kort mogelijk openen.
■
Om te voorkomen dat de levensmiddelen bij een
■
eventuele stroomuitval of storing snel opwarmen,
koelelementen in het bovenste vak direct op de
levensmiddelen leggen.
Let erop dat de deur van de vriesruimte altijd
■
gesloten is.
De plaatsing van de indelingselementen heeft geen
■
invloed op het energieverbruik van het apparaat.
Om een verhoogd stroomverbruik te voorkomen, de
■
be- en ontluchtingsopeningen af en toe met een
kwast of stofzuiger reinigen.
136
Bedrijfsgeluiden
Normale geluiden
Brommen
Motoren draaien (bijv. koelaggregaat, ventilator).
Borrelende, zoemende of gorgelende geluiden
Koelmiddel stroomt door de buizen of water in de
ijsbereider.
Klikken:
Motor, schakelaar, of magneetventielen schakelen in of
uit.
Kloppen
IJsblokjes van de ijsbereider vallen in de ijsblokjesbak.
Geluiden voorkomen
Het apparaat staat niet horizontaal
Stel het apparaat horizontaal m.b.v. een waterpas.
Gebruik daarvoor de schroefvoeten van het apparaat of
leg er iets onder.
Het apparaat staat ergens tegenaan
Zet het apparaat los van andere meubels of apparaten.
Vakken of plateaus wiebelen of klemmen
Controleer de uitneembare delen en plaats deze
eventueel opnieuw.
Verpakkingen komen met elkaar in contact
Haal de verpakkingen iets uit elkaar.