Nederlands
■ Tijdens het werken kan er stof opstuiven.
Ingeademd stof kan de gezondheid schaden
en allergische reacties veroorzaken.
► Als er stof opstuift: draag een stofmasker.
■ Ongeschikte kleding kan vast blijven zitten in
hout, struikgewas en de grasmaaier. Gebrui‐
kers zonder geschikte kleding kunnen ernstig
letsel oplopen.
► Draag nauwsluitende kleding.
► Doe sjaals en sieraden af.
■ Tijdens het reinigen, onderhoud uitvoeren of
transporteren kan de gebruiker in contact
komen met het mes. De gebruiker kan letsel
oplopen.
► Draag werkhandschoenen van stevig mate‐
riaal.
► Draag stevige, dichte schoenen met een
stroeve zool.
■ Gebruikers die ongeschikte schoenen dragen,
kunnen uitglijden. De gebruiker kan letsel
oplopen.
■ Tijdens het slijpen van messen kunnen deel‐
tjes worden weggeslingerd. De gebruiker kan
letsel oplopen.
► Draag een nauwsluitende veiligheidsbril.
Geschikte veiligheidsbrillen zijn getest vol‐
gens de norm EN 166 of volgens nationale
voorschriften en zijn met de bijbehorende
aanduiding in de handel verkrijgbaar.
► Draag werkhandschoenen van stevig mate‐
riaal.
4.5
Werkgebied en omgeving
WAARSCHUWING
■ Niet-betrokken personen, kinderen en dieren
kunnen de gevaren van de grasmaaier en
omhoog geslingerde voorwerpen niet herken‐
nen en niet inschatten. Niet-betrokken perso‐
nen, kinderen en dieren kunnen ernstig letsel
oplopen en er kan materiële schade ontstaan.
► Houd niet-betrokken personen, kin‐
deren en dieren ver uit de buurt van
het werkgebied.
► Houd afstand tot voorwerpen.
► Laat de grasmaaier niet zonder toezicht
staan.
► Zorg ervoor dat kinderen niet met de gras‐
maaier kunnen spelen.
■ Wanneer de motor draait, komen er hete uit‐
laatgassen uit de geluiddemper. Hete uitlaat‐
gassen kunnen licht ontvlambare materialen
doen ontbranden en brand veroorzaken.
► Houd de straal uitlaatgassen uit de buurt
van licht ontvlambare materialen.
212
4.6
Veilige staat
4.6.1
Grasmaaier
De grasmaaier verkeert in een veilige toestand,
als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– De grasmaaier is onbeschadigd.
– Er komt geen benzine uit de grasmaaier.
– De brandstoftankdop is afgesloten.
– Er komt geen motorolie uit de grasmaaier.
– De motoroliedop is afgesloten.
– De grasmaaier is schoon.
– De bedieningsorganen werken en zijn niet
gewijzigd.
– Het mes is correct gemonteerd.
– Er is een origineel STIHL accessoire voor
deze grasmaaier gemonteerd.
– De accessoires zijn correct gemonteerd.
– Veerbelaste mechanismen zijn onbeschadigde
en werken.
– Bij het loslaten van de schakelbeugel voor
maaiwerk slaat de motor af.
WAARSCHUWING
■ In een niet-veilige toestand kunnen onderde‐
len niet meer naar behoren functioneren, kun‐
nen veiligheidsvoorzieningen buiten werking
worden gezet en kan er brandstof ontsnappen.
Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel
oplopen.
► Werk met een onbeschadigde grasmaaier.
► Als er benzine uit de grasmaaier komt: werk
niet met de grasmaaier en neem contact op
met een STIHL vakhandelaar.
► Sluit de brandstoftankdop.
► Als er motorolie uit de grasmaaier komt:
werk niet met de grasmaaier en neem con‐
tact op met een STIHL vakhandelaar.
► Sluit de motoroliedop.
► Als de grasmaaier vuil is: reinig de gras‐
maaier.
► Manipuleer de grasmaaier en de veilig‐
heidssystemen ervan niet.
► Voer geen manipulaties op de grasmaaier
uit waardoor het vermogen of het toerental
van de verbrandingsmotor verandert.
► Als de bedieningsorganen niet werken: niet
met de grasmaaier werken.
► Veerbelaste mechanismen kunnen opge‐
slagen energie afgeven.
► Monteer originele STIHL accessoires voor
deze grasmaaier.
► Monteer het mes zoals in deze gebruiks‐
aanwijzing beschreven staat.
► Monteer accessoires zoals in deze
gebruiksaanwijzing of in de gebruiksaanwij‐
zing van het accessoire beschreven staat.
4 Veiligheidsinstructies
0478-111-9945-A