INTERFACE HUMAN - MACHINE (IHM)
2
ELECTRISCHE VOEDING - OPSTARTEN
• Het 230 V model wordt geleverd met een 16A elektrische aansluiting type CEE7/7 en moet worden aangesloten op een 230V (50 - 60 Hz) enkelfase
elektrische installatie, met drie kabels met geaarde stekker.
• Het 208/240 V model wordt geleverd zonder aansluiting, en mag alleen worden gebruikt in combinatie met een 208-240V (50-60 Hz) enkelfase
elektrische installatie, met drie kabels met geaarde stekker.
Het werkelijke stroomverbruik (l1eff) bij optimaal gebruik staat aangegeven op het apparaat. Controleer of de stroomvoorziening en zijn beveiligingen
(netzekering en/of hoofdschakelaar) compatibel zijn met de elektrische stroom die nodig is voor gebruik. In sommige landen kan het nodig zijn om
de elektrische aansluiting aan te passen om het toestel optimaal te kunnen gebruiken.
• De vermogensbron is geschikt om te functioneren met een elektrische spanning van 230V -20% +15%. De stroombron schakelt over op beveiliging
wanneer de voedingsspanning lager is dan 185 Veff of hoger dan 265 Veff. (er verschijnt een standaardcode op het beeldscherm).
• Het opstarten van het apparaat gebeurt door de aan/uitschakelaar (2 - FIG 1) op positie I te zetten. Het uitschakelen gebeurt door de schakelaar
op 0 te zetten. Let op! Nooit de stroomvoorziening afsluiten wanneer het apparaat oplaadt.
AANSLUITEN OP EEN STROOMGENERATOR
Het apparaat kan functioneren met hulp-generatoren, mits de hulpstroom aan de volgende eisen voldoet :
- De spanning moet wisselspanning zijn, de effectieve waarde moet 230 V -20% +15% zijn, en de piekspanning moet lager zijn dan 400 V.
- De frequentie moet tussen de 50 en 60 Hz liggen.
Het is absoluut noodzakelijk om deze voorwaarden te controleren, omdat veel generatoren hoge spanningspieken produceren die het materiaal kun-
nen beschadigen.
GEBRUIK VAN VERLENGSNOEREN
Alle gebruikte verlengsnoeren moeten de voor het apparaat geschikte afmeting en kabelsectie hebben.
Gebruik een verlengsnoer dat voldoet aan de nationale regelgeving.
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN IN STAAL/INOX (MAG MODULE)
De AUTOPULSE kan staaldraad van Ø 0,6 tot 1,0 mm en roestvrij staal van Ø 0,8 tot 1,0 mm (II-A) lassen.
Het apparaat wordt standaard geleverd met rollen Ø 0,6/0,8 en Ø 0,8/1,0 voor staal of roestvrij staal. De contactbuis, de groef van de rol, en de
mantel van de toorts zijn geschikt voor deze toepassing.
Voor het lassen van staal dient u een speciaal lasgas (Ar+CO2) te gebruiken. De CO2 verhouding kan variëren, afhankelijk van het gebruikte type
gas. Voor het lassen van inox moet een mengsel met 2% CO2 gebruikt worden. Wanneer gelast wordt met puur CO2 is het noodzakelijk om een
gasvoorverwarmer aan te sluiten op de gasfles. Voor specifieke eisen wat betreft gas kunt u contact opnemen met uw gasleverancier. De gastoe-
voer voor staal ligt tussen de 8 en 15 liter per minuut, afhankelijk van de omgeving. Om de gastoevoer aan de uitgang van de toorts te kunnen
meten, raden we u aan om gebruik te maken van de flowmeter (optioneel, art. code 053939).
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN VAN ALUMINIUM (MIG MODUS)
Met de AUTOPULSE kunt u lassen met aluminiumdraad met een Ø van 0.8 tot 1.2 mm (II-B).
Voor aluminium dient u een specifiek zuiver Argon (Ar) gas te gebruiken. Om het juiste gas te kiezen, kunt u advies vragen aan uw gasleverancier.
De gastoevoer bij aluminium ligt tussen 15 en 20 liter per minuut, afhankelijk van de omgeving en de ervaring van de lasser. De synergieën in de
Puls module zijn geoptimaliseerd voor een gastoevoer tussen 12 en 15 liter per minuut.
De verschillen tussen het gebruik van staal en aluminium:
- Gebruik specifieke aanvoerrollen voor het lassen van aluminium.
- Zet minimale druk op de rollen van de draadaanvoer zodat de draad niet geplet wordt.
- Gebruik de capillaire buis (bestemd om het draad van de rollen van het draadaanvoersysteem naar de EURO-aansluiting te geleiden) uitsluitend
voor het lassen van staal/inox (II-B).
- Gebruik een speciale aluminium-toorts. Deze toorts voor aluminium heeft een teflon mantel, om de wrijving te verminderen. Niet de mantel bij de
aansluiting afknippen! Deze mantel wordt gebruikt om de draad vanaf de rollen te geleiden.
- Contact-buis : gebruik een SPECIALE aluminium contactbuis die overeenkomt met de diameter van het draad.
AUTOPULSE 220
1- Knoppen die toegang geven tot de verschillende menu's en instellingen
2- Afstelknop linkerscherm
3- Afstelknop rechterscherm
1
3
Ingangsspanning
Doorsnede van het verlengsnoer (<45m)
230 V
208/240 V
2.5 mm²
4 mm
(AWG 12)
2
NL
81