Plaats de lensdop.
2
MENU-knop t
3
Het beeld is wazig.
• De foto werd opgenomen op een donkere locatie zonder gebruik te maken
van de flitser, waardoor camerabewegingen werden gemaakt. Het gebruik
van een statief of de flitser wordt aanbevolen (blz. 46, 86).
De EV-schaalverdeling b B knippert op de LCD-monitor of in de zoeker.
• Het onderwerp is te helder of te donker voor het lichtmeetbereik van de
camera.
De kleuren van een beeld dat is opgenomen in Live View, zijn vreemd.
• Controleer in Live View zorgvuldig het beeld dat op de LCD-monitor wordt
weergegeven voordat u de opname maakt. De camera herkent mogelijk de
kleuren van het beeld niet wanneer er pas is overgeschakeld naar Live
View. In dergelijke gevallen wordt mogelijk niet het verwachte resultaat
bereikt.
Beelden weergeven
De camera kan geen beelden weergeven.
• De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 143).
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het
beeldbestand werd opgenomen op een ander model dan dat van uw camera,
kan het weergeven van het beeldbestand op uw camera niet gegarandeerd
worden.
• De camera staat in de USB-functie. Verwijder de USB-verbinding
(blz. 142).
Beelden wissen/bewerken
De camera kan geen beeld wissen.
• Annuleer de beveiliging (blz. 120).
U hebt per ongeluk een beeld gewist.
• Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. We raden u
aan om de beelden te beveiligen die u niet wilt wissen (blz. 120).
162
NL
3 t [Pixeltoewijzing] t [OK]