Het geluid in Realtime wijzigen
Realtime Controller instellingen
veranderen
Knop 1-4 instellingen
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en draai aan één van de knoppen.
Het Knob scherm verschijnt.
2.
Verplaats de cursor naar de parameter die u wilt instellen,
en draai aan de VALUE draaiknop of druk op [INC] [DEC]
om deze in te stellen.
3.
Om de instellingen op te slaan drukt u op [F7 (Sys Write)].
Druk op [EXIT] om naar het vorige scherm terug te keren.
Realtime controller instellingen worden voor elke live set onaf-
hankelijk als onderdeel van de live set instellingen opgeslagen.
Op deze manier kunt u live sets creëren die effectief gebruikma-
ken van de controller instellingen. Dit geldt ook voor de Studio
Mode, waar deze instelling als onderdeel van de studio set
wordt opgeslagen.
Knop 1–4 Assign
Specificeer de functies die door de knopen bestuurd zullen worden.
Waarde
Uit
OFF:
CC01-31, CC32(OFF), 33-95:
Control Change
Aftertouch
AFTERTOUCH:
Pitch Bend
PITCH BEND:
Arpeggio accent snelheid
ARPEGGIO ACCENT:
ARPEGGIO SHUFFLE:
Arpeggio Shuffle snelheid
ARPEGGIO OCT UP:
De reeks waarbinnen het arpeggio klinkt
stijgt met stappen van een octaaf.
ARPEGGIO OCT DOWN: De reeks waarbinnen het arpeggio klinkt
dealt met stappen van een octaaf.
MASTER LEVEL:
Master niveau (p.293)
DIGITAL/USB INPUT LEVEL:
Digitaal/USB ingangsniveau (p.285)
* Als de systeeminstelling 'Knob Assign Source' (p.289) op 'Sys-
tem' is ingesteld, zullen de systeeminstellingen worden gebruikt. Als
dit op 'TEMP' is ingesteld worden de instellingen van de live set of
studio set gebruikt.
76
Schuifregelaar 1-8 instellingen
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en beweeg één van de schuifrege-
laars.
Het Slider scherm verschijnt.
2.
Verplaats de cursor naar de parameter die u wilt instellen,
en draai aan de VALUE draaiknop of druk op [INC] [DEC]
om deze in te stellen.
3.
Om de instellingen op te slaan drukt u op [F7 (Sys Write)].
Druk op [EXIT] om naar het vorige scherm terug te keren.
Realtime controller instellingen worden voor elke live set onaf-
hankelijk als onderdeel van de live set instellingen opgeslagen.
Op deze manier kunt u live sets creëren die effectief gebruikma-
ken van de controller instellingen. Dit geldt ook voor de Studio
Mode, waar deze instelling als onderdeel van de studio set
wordt opgeslagen.
Slider 1–8 Assign
Specificeer de functies die door de schuifregelaars worden bestuurd.
Waarde
Uit
OFF:
CC01-31, CC32(OFF), 33-95:
Control Change
AFTERTOUCH:
Aftertouch
PITCH BEND:
Pitch Bend
ARPEGGIO ACCENT:
Arpeggio accent snelheid
ARPEGGIO SHUFFLE:
Arpeggio Shuffle snelheid
ARPEGGIO OCT UP:
De reeks waarbinnen het arpeggio klinkt
stijgt met stappen van een octaaf.
ARPEGGIO OCT DOWN: De reeks waarbinnen het arpeggio klinkt
dealt met stappen van een octaaf.
* Als de systeeminstelling 'Slider Assign Source (p.289) op 'Sys-
tem' is ingesteld, zullen de systeeminstellingen worden gebruikt. Als
dit op 'TEMP' is ingesteld worden de instellingen van de live set of
studio set gebruikt.