8. LED-statusindicatoren
De status van het apparaat wordt weergegeven via twee LED-indicatoren. De LED's bevinden zich boven het display
(2 en 3). Hier vindt u de weergave en de betekenis ervan.
LED-indicator
De groene LED (3) knippert.
De rode LED (2) knippert.
De rode LED (2) brandt continu.
De groene LED (3) knippert tweemaal.
Geen LED brandt.
9. Voor het eerste gebruik
a) Verwijder de beschermfolie
• Het display is voor transport beschermd tegen krassen met een dunne beschermende folie. Verwijder de bescher-
mende folie voordat u de datalogger in gebruik neemt.
b) De batterij plaatsen
• Bij de eerste ingebruikname moet de bijgevoegde batterij in de datalogger worden geplaatst. De installatie van de
batterij wordt in detail uitgelegd in het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud".
104
Betekenis
De gemeten waarde(n) liggen binnen de geconfigureerde boven- en
onderalarmgrenzen.
Het geheugen is vol.
De gemeten waarde(n) overschrijden de geconfigureerde boven- en
onderalarmgrenzen.
De opname in de modus "start door op een toets te drukken" of "eind-
tijd" is beëindigd. (Om de opname opnieuw te starten, configureert u
de datalogger opnieuw.)
In de modus "start door op een toets te drukken" is de datalogger
klaar om starten met de opname. (Om de opname te starten, houdt u
de toets "ENTER" (8) voor enkele seconden ingedrukt.)
De datalogger maakt een PDF-rapport aan.
De configuratie was succesvol.
De firmware is met succes bijgewerkt.
Het LED-alarm werd gedeactiveerd tijdens de configuratie.