8.1.1. Snijden van smalle werkstukken
(fi g. 22)
•
L angssneden van werkstukken met een
breedte van minder dan 150 mm moeten
absoluut met gebruikmaking van een
schuifstok (3) worden uitgevoerd. Schuifstok
is niet bij de levering begrepen.
•
V ersleten of beschadigde schuifstok
onverwijld vervangen.
8.1.2. Snijden van zeer smalle werkstukken
(fi g. 23)
•
V oor langssneden van zeer smalle
werkstukken met een breedte van 50 mm en
minder moet absoluut een schuifstok worden
gebruikt.
•
D aarbij gebruikt u best het laag geleidevlak
van de parallelaanslag.
•
S chuifhout niet bij de levering begrepen !
(Verkrijgbaar in de gespecialiseerde handel)
Versleten schuifhout tijdig vervangen.
8.2 Uitvoeren van schuine sneden
(fi g. 24)
Schuine sneden worden principieel met
gebruikmaking van de parallelaanslag (7)
uitgevoerd. Wanneer u bij het schuin snijden het
zaagblad (4) naar links neigt, dan plaatst u de
parallelle aanslag (7) aan de rechterkant van het
zaagblad (4). Leid het werkstuk tussen zaagblad
(4) en parallelle aanslag (7).
•
Z aagblad (4) op de gewenste hoekmaat
afstellen. (zie 7.5)
•
P arallelaanslag (7) afstellen naargelang van
de breedte en de hoogte van het werkstuk
(zie 7.3).
•
S nede conform de werkstukbreedte
uitvoeren
(zie 8.1.1 en 8.1.2.) 8.3 Uitvoeren
van dwarssneden (fi g. 25)
•
D warsaanslag (14) in één van de beide
groeven (21) van de zaagtafel schuiven en
op de gewenste hoekmaat afstellen. (zie 7.4)
Indien het zaagblad (4) bovendien schuin
wordt gesteld, moet de groef (21) worden
gebruikt die uw hand en de dwarsaanslag
niet met de zaagbladafdekking in contact
laat komen.
•
W erkstuk hard tegen de dwarsaanlag (14)
duwen.
•
Z aag aanzetten.
•
D warsaanslag (14) en werkstuk naar het
zaagblad toe schuiven teneinde de snede uit
te voeren.
10.4 Bestelling van onderdelen en toebehoren:
Anl_TC_TS_2225_U_SPK9.indb 142
NL
•
Waarschuwing!
Hou altijd het geleide werkstuk vast, nooit het
vrije werkstuk dat afgesneden wordt.
•
D warsaanslag (14) altijd blijven
vooruitschuiven tot het werkstuk helemaal is
doorgesneden.
•
Z aag weer uitzetten. Zaagafval pas
verwijderen als het zaagblad stilstaat.
9. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat
beschadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
10. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact. 10.1 Reiniging
•
H ou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het motorhuis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel
met een schone doek af of blaas het met
perslucht bij lage druk schoon.
•
H et is aan te bevelen het toestel direct na
elk gebruik te reinigen.
•
R einig het toestel regelmatig met een
vochtige doek en wat zachte zeep. Gebruik
geen reinigings- of oplosmiddelen; die
zouden de kunststofcomponenten van het
toestel kunnen aantasten. Let er goed op dat
geen water in het toestel terechtkomt. Door
binnendringen van water in een elektrische
apparatuur verhoogt het risico van een
elektrische schok.
10.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de
koolborstels door een bekwame elektricien
nazien. Gevaar! De koolborstels mogen enkel
door een bekwame elektricien worden
vervangen.
10.3 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te
onderhouden onderdelen.
- 118 -
29.10.2019 11:29:37