BASISBEDIENING
Kiezen van stereo of mono
Als de MONO/STEREO schakelaar op [MONO] staat, zal de
audiomaster-uitvoer een mono-combinatie van de L+R kanalen
zijn.
Microfoon-invoer
1
Om een microfoon te gebruiken, zet u de MIC schakelaar op
[ON] of [TALK OVER].
Als de schakelaar op [TALK OVER] wordt gezet, zal telkens
wanneer een geluid van –15 dB (standaardinstelling) wordt
ingevoerd, het geluid van alle geluidsbronnen, met
uitzondering van de microfoon, met 20 dB
(standaardinstelling) worden verzwakt. De
standaaardwaarden kunnen veranderd worden bij de
apparatuur-instellingen (blz. 42).
2
Gebruik de MIC 1 LEVEL regelaar om het geluidsvolume van
MIC 1 in te stellen en gebruik de MIC 2 LEVEL regelaar om het
geluidsvolume van MIC 2 in te stellen.
3
Gebruik de microfoontoonregelaars (HI, LOW) om de klank
van het microfoongeluid in te stellen.
• De microfoontoonregelaars werken gelijktijdig voor
microfoon 1 en 2.
Cabinemonitor-uitvoer
1
Gebruik de BOOTH MONITOR niveauregelaar om het
geluidsvolume in te stellen.
• De BOOTH MONITOR niveauregelaar kan gebruikt worden
om het geluidsvolume onafhankelijk van de AUDIO
MASTER LEVEL regelaar in te stellen.
• Gebruik de apparatuur-instellingen (blz. 42) om in te stellen
of het microfoongeluid wel of niet naar de cabinemonitor
wordt uitgevoerd.
Hoofdtelefoon-uitvoer
1
Gebruik de hoofdtelefoon CUE toetsen (kanalen 1 tot 4,
MASTER, EFFECT CUE) om de bron te kiezen.
• De gekozen CUE toets licht helder op.
2
Stel de HEADPHONES (MONO SPLIT/STEREO) schakelaar in.
• Als de schakelaar in de [MONO SPLIT] stand wordt gezet,
zal het geluid dat gekozen is met de CUE toets via het linker
kanaal worden weergegeven en wordt het mastergeluid via
het rechter kanaal weergegeven (alleen wanneer de
MASTER CUE toets op ON staat).
• Als de schakelaar in de [STEREO] stand wordt gezet, zal het
geluid dat gekozen is met de CUE toets in stereo worden
uitgevoerd.
14
Du
Downloaded from
www.Manualslib.com
MIC1 LEVEL
MIC2 LEVEL
HI, LOW
MIC
CUE
MONO SPLIT/STEREO
MIXING
LEVEL
manuals search engine
HI
10
10
9
9
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
0
0
CROSS FADER CURVE
3
Als [MONO SPLIT] is gekozen, gebruik dan de HEADPHONES
MIXING regelaar om de balans tussen het geluid van het
linker kanaal (het geluid gekozen met de hoofdtelefoon CUE
toets) en het rechter kanaal (mastergeluid) in te stellen.
• Als de HEADPHONES MIXING regelaar naar rechts wordt
gedraaid (naar [MASTER]), neemt het mastergeluid toe
(alleen wanneer de MASTER CUE toets op ON staat);
wanneer de regelaar naar links wordt gedraaid (naar [CUE]),
wordt het geluid dat gekozen is met de hoofdtelefoon CUE
toets uitgevoerd.
4
Gebruik de HEADPHONES LEVEL regelaar om het
geluidsvolume van de hoofdtelefoon in te stellen.
KIEZEN VAN DE FADERCURVE
Voor de verandering van het geluidsvolume als reactie op de
bediening van de fader kan gekozen worden uit drie verschillende
curven.
Gebruik de CH FADER CURVE schakelaar om de gewenste
kanaalfadercurve te kiezen.
• Bij de linker instelling zal er een snel stijgende curve zijn
naarmate de kanaalfader haar verre positie bereikt.
• Bij de rechter instelling is er een gelijkmatige en neutrale
stijging van de curve gedurende de verschuiving van de
kanaalfader.
• Bij de middelste instelling zal er een curve zijn die tussen de
hierboven twee beschreven curven in ligt.
• Deze instelling geldt voor de kanalen 1 tot 4.
Gebruik de CROSS FADER CURVE schakelaar om de gewenste
kruisfadercurve te kiezen.
• Bij de linker instelling zal er een snel stijgende signaalcurve zijn.
(Zodra de kruisfader-schuifregelaar de [A] kant verlaat, zal het
[B] geluid weergegeven worden.)
• Bij de rechter instelling is er een gelijkmatige en neutrale
stijging van de curve gedurende de verschuiving van de
kruisfader.
• Bij de middelste instelling zal er een curve zijn die tussen de
hierboven twee beschreven curven in ligt.
• Deze instelling levert gelijke curve-effecten voor de kanten A en
B.
MONO/STEREO
BOOTH MONITOR
CH FADER CURVE