INHOUDSOPGAVE
2. VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN ...................................................................................................19
3. ONDERHOUD...........................................................................................................................20
4. BEDIENINGEN..........................................................................................................................21
5. INSTALLATIEMETHODEN........................................................................................................21
6. VERLICHTING...........................................................................................................................21
7. ZORG VOOR HET MILIEU.......................................................................................................21
KLANTENSERVICE EN ONDERHOUD
Wij adviseren altijd het gebruik van originele onderdelen.
Controleer of u over de volgende gegevens beschikt als u contact opneemt met een
erkend servicecentrum: model, productcode (PNC), serienummer.
Deze informatie vindt u op het gegevensplaatje.
Waarschuwing / Let op - Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en adviezen
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1.
INLICHTING BETREFFENDE VEILIGHEID
Alvorens het toestel te installeren en in gebruik te nemen wijzen wij u er op,
deze handleiding goed door te lezen. De producent is niet aansprakelijk voor
welke schaden of letsels dan ook die door onjuiste installatie of gebruik van
het toestel ontstaan. Deze instructie dient op een veilige en toegankelijke
plaats bewaard te worden, zodat het later gebruikt kan worden.
1.1 Veiligheid van kinderen en gehandicapte personen
• Dit toestel kan gebruikt worden door kinderen die tenminste 8 jaar
oud zijn en door fysiek, sensorisch of geestelijk minder valide per-
sonen, als ook door personen die geen relevante ervaring en kennis
hebben alleen maar onder geschikte toezicht op die personen, of
onder de voorwaarde dat deze personen geïnstrueerd zijn betref-
fende het gebruik van het toestel op een manier die veilig is en de
personen laat begrijpen wat de daarmee verbonden gevaren zijn.
• Kinderen tussen 3 en 8 jaar en personen met uitgebreide beperkin-
gen van complexe aard mogen geen toegang tot het toestel hebben,
tenzij ze onder voortdurend toezicht staan.
• Kinderen onder 3 jaar oud mogen geen toegang tot het toestel
hebben, tenzij ze onder voortdurend toezicht staan.
• Kinderen mogen niet het toestel als speelgoed gebruiken.
• Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en deponeer ze
op de juiste manier.
NEDERLANDS
17