10. Controleer regelmatig of de vetopvangbak vol is. Als de bak vol is, schakelt
u het apparaat uit en laat het afkoelen, dan maakt u de vetopvangbak leeg
en daarna gaat u door met het grillen. Om een eventueel brandgevaar te
vermijden, mag de vetopvangbak nooit overlopen.
11. Als uw gerechten klaar zijn, draait u de temperatuurregelaar naar de stand
„MIN" en trekt u de stekker uit het stopcontact.
12. Laat het apparaat volledig afkoelen, voordat u het reinigt.
Contactgrillen/gratineren
Ideaal voor stukken vlees of sandwiches, de te grillen levensmiddelen hoeven
niet omgedraaid te worden.
13. U kunt uw gerechten hierbij op het onderste grilloppervlak met gesloten
deksel grillen.
14. Om energie te besparen, raden wij u aan om het apparaat met gesloten dek-
sel te verwarmen. Steek de stekker in een stopcontact (230 V~, 50 Hz). Het
groene controlelampje is verlicht en geeft aan dat de verwarming in werking
is.
15. De temperatuurregelaar op de middelste stand zetten. Het voorverwarmen
begint, het rode controlelampje is verlicht. Zodra het apparaat de vooringe-
stelde temperatuur bereikt heeft, gaat het rode controlelampje uit en het
groene controlelampje gaat branden. Attentie: Het groene controlelampje
gaat tijdens de werking van het apparaat afwisselend aan en uit, afhankelijk
van het actuele verwarmingsvermogen van het apparaat.
16. Open het deksel van het apparaat heel voorzichtig. Pak het deksel hierbij
uitsluitend aan de handgreep vast, om verbrandingen te vermijden.
17. Bestrijk de onderste grillplaat met een beetje hittebestendige olie.
18. Leg de gewenste, te grillen levensmiddelen erop.
19. Sluit het deksel van het apparaat weer. Pak het deksel hierbij uitsluitend
aan de handgreep vast, om verbrandingen te vermijden.
20. Het deksel past zich automatisch aan de dikte van de te grillen levensmid-
delen aan. U kunt de afstand tussen de te grillen levensmiddelen en het
deksel echter ook m.b.v. de instellingen I tot V aan de dekselinstelling vast-
leggen, zoals in het hoofdstuk „Stand van de grillplaten" beschreven.
21. Controleer regelmatig of de vetopvangbak vol is. Als de bak vol is, schakelt
u het apparaat uit en laat het afkoelen, dan maakt u de vetopvangbak leeg
en daarna gaat u door met het grillen. Om een eventueel brandgevaar te
vermijden, mag de vetopvangbak nooit overlopen.
22. Als uw gerechten klaar zijn, draait u de temperatuurregelaar naar de stand
„MIN" en trekt u de stekker uit het stopcontact.
23. Laat het apparaat volledig afkoelen, voordat u het reinigt.
LET OP:
Het apparaat is tijdens en na het gebruik heel heet!
Copyright UNOLD AG | www.unold.de
59