7. Roerhulpstukken
gebruiken
Aandrijfarm omhoog klappen
1. Druk op de ontgrendelingsknop 11 en
klap de aandrijfarm 19 omhoog, totdat
deze vastklikt en de ontgrendelings-
knop 11 weer eruit springt.
Roerkom plaatsen
2. Plaats de roerkom 16 in het basisappa-
raat 17.
X
M A
3. Vergrendel de roerkom 16 door deze in
de richting van het gesloten slotsymbool
te draaien, totdat deze vastzit.
Spatbescherming monteren
LET OP:
Gebruik de roerkom 16 nooit zonder
geplaatste spatbescherming 18. An-
ders kan het mixproduct eruit worden
geslingerd.
4. Zet de spatbescherming 18 van onder-
5. Draai de spatbescherming 18 in de
o
r b
T u
Roerhulpstuk plaatsen
6. Kies het geschikte roerhulpstuk:
af op de aandrijfarm 19. De pijl ( )
op de spatbescherming 18 en de pijl
( ) op de aandrijfarm 19 wijzen naar
elkaar.
richting van het gesloten slotsymbool,
totdat deze vastklikt.
- Kneedhaak 22: voor zwaar deeg,
bijv. brooddeeg
- Eiwitklopper 21: voor het kloppen
van slagroom, eiwit, enz.
- Garde 20: voor gemiddelde tot lichte
deegsoorten, bijv. gebaksdeeg of
pannenkoekbeslag.
Voor meer informatie: zie "Een overzicht
van de functies" op pagina 92.
93
NL