■
■
■
Indicaties van een temperatuurafwijking
Een temperatuurafwijking is het verschil tussen een tevoren
vastgelegde referentiewaarde en een gemeten temperatuur.
De afwijkingen worden als getalswaarden en middels kleuren
op het display weergegeven. Daarnaast worden ze door een
geluidssignaal kenbaar gemaakt.
Referentiewaarde instellen
♦
NL
BE
♦
Keuze van de verschilgrootte
U kunt op het apparaat instellen vanaf welk temperatuurverschil (ΔT)
de kleurindicatie en het geluidssignaal moeten worden geactiveerd.
♦
OFF
Onderste temperatuurlimiet = referentietemperatuur – ΔT
Bovenste temperatuurlimiet = referentietemperatuur + ΔT
90
Richt het apparaat indien mogelijk precies verticaal op het
meetvlak.
Meet niet in stoffi ge, dampende of rokerige atmosferen. Meet
niet door transparante materialen, zoals glas of kunststof, heen.
Bij extreme temperatuurschommelingen moet het apparaat
zich vóór de meting ongeveer 30 minuten lang aan de
klimatologische omgevingsomstandigheden aanpassen.
Druk op de meettoets
locatie. De temperatuur wordt op het display
Druk nu, terwijl u de meettoets
toets °C/°F/SET
nemen als referentiewaarde. De referentietemperatuur wordt
op het display
naast de indicatie REF aangegeven.
Druk, terwijl de referentiewaarde op het display
weergegeven, op de toets
gewenste temperatuurverschil (ΔT) in te stellen.
0,5°C
1°F
en richt de laserpunt op de referentie-
ingedrukt houdt, op de
om de temperatuurwaarde over te
resp. de toets
3°C
5°F
aangegeven.
wordt
om het
5,5°C
10°F
PTSI 9 A1