Keuze van de temperatuureenheid
Na het inschakelen is de eenheid van de temperatuur ingesteld
op graden Celsius (°C).
♦
Druk kort op de toets °C/°F/SET
op de eenheid graden Fahrenheit (°F).
♦
Druk opnieuw op de toets °C/°F/SET
schakelen op de eenheid graden Celsius (°C).
Meten van de temperatuur
♦
Druk op de meettoets
meten locatie.
Terwijl de meettoets
gemeten en staat op het display
Na het loslaten van de meettoets
temperatuur op het display
punt uitgeschakeld.
Voor een zo nauwkeurig mogelijke meting moet u rekening
houden met het volgende:
■
De vastgestelde temperatuur is de gemiddelde temperatuur
van het gemeten oppervlak. Dit oppervlak neemt toe naar-
mate de afstand van het apparaat tot het meetobject groter
is, in de verhouding 8:1.
D = Distance (afstand), S = Surface (oppervlak)
■
Het doelobject moet groter zijn dan het meetvlak van het
apparaat. Hoe kleiner het doelobject is, hoe kleiner de
meetafstand tussen apparaat en doelobject moet zijn.
■
Kies de kleinst mogelijke afstand tot het meetvlak.
PTSI 9 A1
om over te schakelen
en richt de laserpunt op de te
ingedrukt is, wordt de temperatuur
"SCAN".
wordt de laatst gemeten
aangegeven en wordt de laser-
om weer over te
NL
BE
89