10
ELEKTROMAGNETISCHE
COMPATIBILITEIT
10.3 AANBEVOLEN AFSTANDEN TUSSEN DRAAGBARE EN
MOBIELE RF-COMMUNICATIESYSTEMEN EN DEZE CAMERA
Deze camera is ontworpen om te worden gebruikt in een elektromagnetische omgeving waarin
uitgestraalde RF-interferentie wordt beheerst. De gebruiker van deze camera kan elektromagnetische
interferentie helpen voorkomen door een minimale afstand tussen draagbare en mobiele RF-
communicatie-systemen (zenders) en deze camera aan te houden, zoals hieronder wordt aanbevolen,
als een functie van het maximale uitgangsvermogen van het communicatiesysteem.
Maximaal toegewezen
uitgangsvermogen van
de zender
W
0.01
0.1
1
10
100
Voor zenders waarvan het maximale uitgangsvermogen hierboven niet wordt vermeld, wordt dat de
aanbevolen afstand in meters (m) wordt bepaald met behulp van de vergelijking die van toepassing is
voor de erfrequentie, waarbij P het maximale uitgangsvermogen van de zender in Watt (W) is, toegekend
door de fabrikant van de zender.
NOOT 1 : BIJ 80 MHZ EN 800 MHZ, MOET DE AFSTAND AANGEGEVEN VOOR HET HOGERE FREQUENTIEBEREIK WORDEN
TOEGEPAST.
NOOT 2 : DEZE AANBEVELINGEN GELDEN MOGELIJK NIET IN ALLE SITUATIES. DE VOORTPLANTING VAN ELEKTROMAGNETISCHE
GOLVEN WORDT GEWIJZIGD DOOR ABSORPTIE EN REFLECTIE ALS GEVOLG VAN STRUCTUREN, OBJECTEN EN MENSEN.
Scheidingsafstand als functie van de zender frequentie
80 MHz tot
150 kHz tot 80 MHz
800 MHz
d = 1,16 P
d = 1,16 P
0.116
0.366
1.16
3.66
11.6
M
0.116
0.366
1.16
3.66
11.6
800 MHz tot 2.5 GHz
d = 2,33 P
0.233
0.736
2.33
7.36
23.3
121