Installatiehandleiding
Bedrijfsmodus
Koeling (uitbreidingsmodule vereist).
Om de koelmodus te activeren moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan.
1. Er mag geen warmtevraag zijn gedurende de laatste 3 of 6 uur, afhankelijk van de instelling*.
2. De kamertemperatuur moet 2 °C of 4 °C boven de ingestelde kamertemperatuur liggen, afhankelijk van de
instelling*.
3. De dauwpuntsensor is niet actief (de relatieve luchtvochtigheid moet lager zijn dan 90 %). Alleen relevant als
er een dauwpuntsensor is geïnstalleerd.
4. De koeling wordt alleen geactiveerd als het systeem in de comfortmodus staat. In de afwezigheidsmodus
koelt het systeem niet af om energie te besparen.
* alleen relevant voor toepassingen in de referentieruimte.
De koeling kan worden gedeactiveerd vanuit geselecteerde ruimtes op het display kamerthermostaten in
ME.7.
Duale modus – Radiator- en vloerverwarming in dezelfde ruimte (vloersensor vereist).
Bij toepassingen waarbij zowel vloerverwarming als radiatoren in dezelfde ruimte aanwezig zijn, is het moge-
lijk om beide te regelen met slechts één thermostaat als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1. De kamerthermostaat moet een vloersensor geïnstalleerd hebben.
2. Minstens twee uitgangen moeten worden toegewezen aan de kamerthermostaat, waarvan minstens één
uitgang moet worden aangesloten op de radiator. Maximaal 10/15 uitgangen kunnen worden geregeld,
afhankelijk van het aantal uitgangen van de hoofdregelaar.
3. De radiator moet worden aangestuurd door een servomotor die is aangesloten op de Icon™ hoofdregelaar.
Instellingen:
Thermostaat:
1. Selecteer in ME.4 op de thermostaat DU en bevestig met
Op de hoofdregelaar:
1. Druk op
om het systeem in de installatiemodus te zetten.
2. Selecteer de uitgangen van de servomotor
3. Selecteer de servomotoruitgang
4. Druk op
schakel over naar de Fast-optie (snel).
5. Druk op
schakel naar de RUN-optie en druk op OK om het instellen af te ronden.
Tijdens de werking zal het systeem de kamer- en de minimale vloertemperatuur op peil houden door alleen
gebruik te maken van vloerverwarming.
Alleen in periodes waarin de vloerverwarming op zichzelf en met de bepaalde maximale vloertemperatuur
onvoldoende is, wordt de radiator geactiveerd om de gewenste kamertemperatuur te helpen bereiken.
Een uitgang van een kamerthermostaat identificeren
Bij gebruik van ME.3 op de kamerthermostaat wordt een pingbericht op het display van de hoofdregelaar
geactiveerd en gaat/gaan de uitgang(en) van de servomotor waaraan de thermostaat is toegewezen, branden.
Eenheden verwijderen van een Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24V-systeem
Een thermostaat verwijderen
Let op! Bij het verwijderen van de kamerthermostaat moet de hoofdregelaar worden ingeschakeld.
1. Houd de toets
en
weergegeven (afb. 8).
2. Druk op
. De thermostaat is nu verwijderd uit het systeem.
Een niet-reagerende radiomodule verwijderen
Zoek de defecte radiomodule en vervang hem door een nieuwe.
Let op! Voor het vervangen van een radiomodule is een systeemreset nodig. Zie het hoofdstuk 'Een thermostaat ver-
wijderen' en 'Een Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24V resetten of vervangen'.
Een niet-reagerende app-module verwijderen
Als een app-module niet meer reageert, koppelt u de module los en vervangt u hem door een nieuwe.
Een defecte thermostaat verwijderen
Als er een eenheid in het systeem defect raakt, kan het nodig zijn om die uit het systeem te verwijderen.
1. Druk op
om de modus UNINSTALL (VERWIJDEREN) te selecteren.
2. Selecteer op de hoofdregelaar de uitgang die is toegewezen aan de niet-reagerende thermostaat.
3. Alle leds op uitgangen die met de niet-reagerende thermostaat zijn verbonden, zullen oplichten en worden
automatisch geselecteerd als u één van die uitgangen selecteert.
4. Druk op
om de thermostaat uit het systeem te verwijderen.
Een Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24 V resetten of vervangen
Fabrieksinstellingen van Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24 V herstellen
Let op! Thermostaten moeten apart worden gereset. Houd
display
zegt en bevestig met
1. Houd
en
op de Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24 V gedurende 3 seconden ingedrukt totdat de dis-
play
weergeeft (afb. 12).
2. Druk op OK. Alle instellingen op de hoofdregelaar zijn nu teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Een defecte Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24 V vervangen
Let op! Noteer als het kan welke thermostaten en uitgangen zijn aangesloten voordat u het systeem reset. Gebruik
ME.3 op de thermostaat om de uitgangen te identificeren.
1. Verwijder alle thermostaten en andere eenheden van het systeem aan de hand van de procedure voor het
herstellen van de fabrieksinstellingen.
2. Noteer hoe alle draden zijn aangesloten op de Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24 V.
3. Verwijder de bedrading naar de Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24 V.
4. Monteer de nieuwe Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24 V en sluit alle draden weer aan, op dezelfde wijze als op
de vervangen hoofdregelaar.
5. Configureer het systeem opnieuw zoals beschreven in het hoofdstuk 'Het systeem configureren'.
Let op! Individuele kamerthermostaten moeten ter plaatse worden gereset; zie het hoofdstuk 'Een thermostaat ver-
wijderen'.
© Danfoss | FEC | 2020.03
Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24 V
die zijn toegewezen aan de ruimte die u instelt.
die op de radiator is aangesloten, de leds gaan permanent branden.
op de thermostaat 3 seconden ingedrukt totdat
.
.
knippert op de display (afb. 9).
en
gedurende 5 seconden ingedrukt totdat het
AN29434614196101-000401 | 088N2112 00 | 49
NL
op de display wordt